Ik haal Philip op bij de naschoolse opvang. Het is lekker warm; iedereen zit buiten. Philip is blij als hij me ziet. Maar al gauw klaagt hij over pijn aan zijn vinger. Inderdaad, hij heeft een beetje een rood plekje. Hij wil een pleister. Dat krijgt hij niet. Hij blijft erover zeuren tot we thuis zijn. Dan ziet hij zijn buurjongetje, en meteen is hij zijn pijn vergeten. Hij gaat lief spelen.
Na het eten herinnert Philip zich opeens dat hij pijn aan zijn vinger had. Maar hij weet niet meer waar de pijn is. Hij kijkt verbaasd al zijn vingers na, maar hij kan 't niet meer vinden.
Wat later mag Philip nog even in het speeltuintje spelen. Hij valt een klein stukje van het klimrek. Hij roept “Even kijken of het pijn doet!” Hij stroopt zijn ene broekspijp op, kijkt kritisch zijn been na, ziet niks geks, en concludeert dan dat hij geen pijn heeft.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten