dinsdag 26 mei 2009

Bewaking - 2

In het vorige bericht beschreef ik dat het heel handig kan zijn om Philip even iets te laten bewaken. Hij heeft 't ondertussen begrepen, en maakt er zelf ook goed gebruik van. Althans, dat probeert hij.

Gisteren moest ik even iets bij oom Jaap ophalen. Daar ben ik toch al gauw één à anderhalf uur mee zoet. En dat is te lang om Philip alleen thuis te laten. Maar Philip wilde niet mee. Hij wilde graag thuis blijven. “Ik ga het huis bewaken, samen met poes Casper en poes Hobbes.”

Ik heb het maar nagevraagd bij de poezen. Gelukkig vonden die het niet zo hard nodig dat Philip ze zou helpen met het huis te bewaken. Toen stemde Philip ermee in om met mij mee te gaan. Onder protest, maar toch.

Toen we aangekomen waren bij oom Jaap was Philip zijn tegenzin vergeten. En oom Jaap bleek een gewillig speelkameraadje. Tot Philip z'n grote plezier mocht hij oom Jaap eindeloos vaak omver duwen.

woensdag 20 mei 2009

Bewaking

Het kan heel nuttig zijn om iets te bewaken. Niet alleen voor het bewaakte, maar ook voor de bewaker. Neem als voorbeeld de Night Watch, van Terry Pratchett's Discworld. De leden van deze politiedienst spenderen hun kostbare tijd regelmatig met het bewaken van grote bruggen en andere serieuze infrastructurele werken. Die zijn dan ook nog steeds niet gestolen. En de Night Watch heeft zich daardoor niet in gevaarlijke situaties hoeven te begeven. Zoals het sussen van een café-ruzie.

Ik maak ook wel eens nuttig gebruik van bewaking. Als ik bijvoorbeeld eventjes Philip niet in de gaten kan houden. Dan verzoek ik hem om even een boom te bewaken. Of een ander bewakenswaardig object. Philip blijft dan netjes in de buurt van dat object, en rapporteert bij mijn terugkomst dat niemand de boom heeft gestolen.

woensdag 13 mei 2009

Rocksport Buis-les-Baronnies als Chauffeur

De voorjaars-Rocksport van 2009 was bij Buis-les-Baronnies. Dat is in het zuiden van Frankrijk, ergens tussen Avignon en Gap. Meestal gaan we naar zo'n locatie met één of twee busjes, en twee of drie chauffeurs per busje. Elke chauffeur rijdt een paar uur, en wordt daarna afgelost zodat 'ie kan gaan slapen (voor zover dat lukt in een busje).

Maar dit keer ging ik met mijn eigen auto. Dat deed ik vorig jaar ook, en toen waren we met vier chauffeurs. Dit keer was ik de enige chauffeur. Ik moest het hele eind zelf rijden. Dan is het opeens best wel ver.

Ik had al besloten om 's nachts te rijden. Dat doen we wel vaker; het is dan lekker rustig op de weg. Maar ik moest wel wakker blijven. Gelukkig drink ik bijna nooit koffie, dus met twee kopjes bleef ik bijna de hele nacht klaarwakker. Pas om een uur of zes kreeg ik het wat moeilijk. Toen heb ik een half uurtje in de auto geslapen, en daarna ging het weer prima.

In het verleden heeft mijn TomTom uitstekende diensten bewezen tijdens de Rocksports. De TomTom is uit bedrijf genomen, want mijn huidige auto heeft een ingebouwd navigatie-apparaat. En die doet het ook prima. Ik kon bijvoorbeeld moeiteloos de camping vinden. Op hun website staan de coördinaten, die kon ik (zij het na een conversie) intikken en de rest wees zichzelf. Ideaal.

Tijdens de week zelf ben ik één of twee keer met het busje naar de rots gegaan, en de andere dagen met mijn eigen auto. Met de eigen auto gaan heeft voordelen: je hoeft geen rekening te houden met waar de anderen naartoe willen, en je kan vertrekken wanneer je zelf wilt. Maar met het busje meerijden is natuurlijk ook wel erg makkelijk.

We zijn tussendoor een dagje naar Avignon gegaan. Ook toen moest ik weer elke meter zelf rijden. 't Is best wel leuk rijden; het is voor het grootste deel niet snelweg. Maar ook dat gaat vervelen. Zeker op de terugweg, als het donker is en ik moe begin te worden.

Wat dat betreft zag ik op tegen de reis terug naar Nederland. Maar dat viel reuze mee! We reden overdag, en we deden lekker rustig aan. Relatief veel pauzes, relatief lange pauzes. Het verkeer werkte ook prima mee. Alleen bij Lyon hadden we een paar kilometer een beetje file; verder konden we overal goed doorrijden. We waren pas rond elf uur 's ochtends vertrokken, en we kwamen pas rond twee uur 's nachts aan bij huize Rijstveld. Toen was ik toch wel moe.

Al met al was het een hele klus. Ik ga liever met een busje. Maar het was nou ook weer niet zo heel erg. Als ik nog een keer dat hele stuk zelf zou moeten rijden, dan zou ik het wel weer doen.

maandag 11 mei 2009

Rocksport Buis-les-Baronnies: Inleiding

Eind april was er weer de traditionele Rocksport. Elk voorjaar en elk najaar gaan we een weekje rotsklimmen, ergens waar het al c.q. nog lekker warm is. Het is ongetwijfeld ondertussen bekend bij de oplettende lezertjes. En daarmee heb ik meteen een probleem. Hoe kan ik nou zo'n klimvakantie beschrijven zonder in herhaling te vallen? Hoe hou ik het boeiend voor mijn lezers? Ook, misschien wel vooral, voor de niet-klimmers onder mijn lezers?

Ik heb geprobeerd om steeds een andere benaderingswijze te kiezen. Dit blog is ontstaan vlak na de voorjaars-Rocksport van 2007. Voor het beschrijven van die Rocksport beperkte ik me tot een impressie, door het publiceren van een aantal SMSjes. Van de najaars-Rocksport van datzelfde jaar heb ik op de meest voor de hand liggende manier verslag gedaan: chronologisch, verspreid over een aanzienlijk aantal blogposts.

De beschrijving van de Rocksport van voorjaar 2008 heb ik in thema's gedaan: het weer, de camping, de massieven et cetera. De Rocksport van najaar 2008 was voor mij de minst geslaagde. Ik kwam een dag later dan de rest, ik was ziek, en ik ging een dag eerder dan de rest terug. Waarschijnlijk is het daarom dat ik 'm maar heel summier heb beschreven, middels een korte samenvatting.

St-Julien
Voor de net afgelopen Rocksport heb ik weer een andere vorm gevonden. Ik heb er niet eens heel lang over hoeven nadenken. Maar nu moet ik het concept nog gaan uitwerken, en de eigenlijke verhaaltjes schrijven…

zaterdag 9 mei 2009

18... 19... 20!

Philip kan uitstekend tellen. En dat doet hij graag. Hij gaat spontaan het aantal politieagenten op de stoep tellen (drie). Of het aantal zitplaatsen in de auto (vijf).

In tegenstelling tot sommige oude culturen heeft hij geen enkele moeite met het begrip ‘nul’. Hij weet dat 't vòòr de één komt. Maar dat wil niet zeggen dat hij ‘nul’ helemaal goed begrijpt. Soms, als hij wel moet maar niet wil gaan slapen, roept hij “eerst nog nul keer spelen!”

In de andere richting telt hij het liefst tot negentien. Hij kan wel verder, maar dat is nog een beetje moeilijk. Dan is het altijd wel fijn als papa helpt. En precies daar was laatst een doorbraak: hij heeft geëxtrapoleerd. Er is één-en-twintig, twee-en-twintig, drie-en-twintig, et cetera. Dus na de negentien komt…: nul-en-twintig.

donderdag 7 mei 2009

Philip speelt mens-erger-je-niet

Philip houdt van spelletjes. Zo wil hij regelmatig mens-erger-je-niet spelen. Dat doet hij dan meestal in z'n eentje. Hij gooit soms eens wat met een dobbelsteen, hij zet de pionnen her en der neer (soms zelfs op het bord), maar wat de dobbelsteen aangeeft en hoe de pionnen bewegen heeft weinig met elkaar te maken. 't Is allemaal nogal onreglementair.

Ik vond het laatst tijd om hem de regels te leren.

Het kostte wat moeite om de juiste kleuren te kiezen: steeds als Philip een kleur gekozen had vond hij een andere toch mooier. Hij wilde vooral de kleur die ik gekozen had. Toen we daar eindelijk uit waren (Philip rood en ik geel) ging het eigenlijk best wel goed.

Mens erger je niet


We gebruikten een oud spel waarmee ik als kind nog in de auto van mijn ouders gespeeld heb. 't Is hobbelvast en er is een ingebouwde dobbelsteen. Maar na een tijdje wilde Philip toch een losse dobbelsteen; daar kan je veel lekkerder mee gooien. En dat kwam goed uit, want ik moest soms het geluk een beetje helpen. Daarbij kwam het goed uit dat Philip de dobbelsteen af en toe ver weg gooide: dan kon ik ongemerkt een drie in een zes veranderen.

Gedurende het spel ging het redelijk gelijk op. Ik hoefde niet eens zo heel vaak vals te spelen in zijn voordeel. Het lastigste was nog wel dat Philip veel te sociaal is. Hij stelde regelmatig voor dat mijn pionnen op bezoek kwamen bij zijn eindvakjes. En soms wilde hij mijn pionnen verzetten, of zelf achteruit lopen.

Philip vond het geweldig als de ene pion bovenop de andere kwam, zodat de onderste pion terug moest naar het begin. Zelfs als één van zijn eigen pionnen het onderspit delfde.

Het eindspel was nog even spannend. We hadden allebei drie pionnen binnen, en de vierde was bijna binnen. Gelukkig gooide ik steeds net teveel; en op het laatst gooide Philip precies de één die hij nodig had.

dinsdag 5 mei 2009

Philip wil nobsteen

Er zijn dingen waar ik niet zo goed in ben. Zo neemt collega Roene tegenwoordig steeds een cryptogrammetje mee naar de lunch. Ik draag meestal niet echt bij aan de oplossing; het gebeurt maar heel soms dat ik een woord kan verzinnen.

En Philip kan het me ook heel moeilijk maken. Zo moest hij laatst gaan slapen. Daar protesteerde hij niet eens tegen. Maar hij wilde nog wel wat eten, ofzo. Een nobsteen. Wat is dat nou weer? Nou, om in je mond te stoppen, verklaarde Philip. Hmm, daar kwam ik niet veel verder mee. Volgende hint: ze liggen in de keuken. Maar Philip wist ook niet precies waar. Het bleef minutenlang een raadsel voor mij, en Philip raakte steeds gefrustreerder door mijn onbegrip.

Na een tijdje bedacht ik me dat dergelijke verzoeken meestal niet zomaar uit de lucht komen vallen. Dus ik vroeg wie er zoal nog meer nobstenen heeft. Ruben! Toen pas viel het kwartje. Buurjongentje Ruben heeft nog regelmatig een fopspeen in zijn mond.

vrijdag 1 mei 2009

Te snelle conclusies

Het is vaak erg moeilijk om gefundeerde beslissingen te nemen. Meestal heb je gewoon te weinig informatie, waardoor een beslissing eigenlijk een slag in de lucht is. Of je hebt teveel informatie, en te weinig tijd. Als een vogeltje iets ziet dat op een poes lijkt, dan neemt 'ie de vleugels. Voor de zekerheid neemt het vogeltje ook maar de vleugels als er iets plotselings gebeurt - het zou immers wel eens een poes kunnen zijn.

Niet alleen vogeltjes werken zo. Ook mensen. We redeneren met ‘defaults’, aannames. Als een aanname meestal klopt, dan is het vaak niet de moeite waard om in elke situatie te controleren of het inderdaad zo is.

Dat leidt (helaas) onder meer tot vooroordelen. Het is erg makkelijk om iemand te be- of veroordelen op zijn of haar uiterlijk, op de eerste indruk die je van hem of haar hebt. Maar als je de moeite neemt om wat verder te kijken dan blijkt dat dat eerste oordeel vaak niet klopt. Daarom hou ik niet zo van vooroordelen. Maar ook ik ben er niet immuun voor.

Een tijdje geleden ging ik boodschappen doen. Ik parkeerde de auto op het parkeerdak van de supermarkt. Je kan met de trap naar beneden, maar Philip wilde natuurlijk met de lift. Er ging net een liftdeur open. Er stond al een aziatische heer in de lift, en hij ging niet de lift uit. In plaats daarvan keek hij een beetje verward uit zijn ogen. Dat kunnen Chinezen e.d. om de één of andere reden heel goed. Philip en ik stapten in en we drukten op het knopje om naar beneden te gaan. De deur ging weer dicht. De aziatische heer bleef verward uit zijn ogen kijken. Ik concludeerde maar alvast dat hij ze niet allemaal op een rijtje had, of het principe ‘lift’ niet helemaal begreep ofzo.

Maar al gauw bleek dat ik het bij het verkeerde eind had. De lift was namelijk stuk. De deuren gingen wel open en dicht, maar naar beneden gaan was er niet bij. Ik denk dat ik ook even heel vaag uit mijn ogen gekeken heb.