donderdag 31 juli 2008

Hoe hang je een slackline op?

Er circuleren allerlei video's op Internet over hoe je een slackline kan ophangen. Ik dacht: dat kan ik ook. Bij deze:

dinsdag 29 juli 2008

Nieuwe meubeltjes voor Philip

Vroeger stond er een babybed in de kamer van Philip. Toen La (één van de vele zusjes van Lien) hier kwam logeren, in 2006, kwam mijn oude bed daarbij. Later verdween het babybed naar zolder. Maar zo'n grotemensenbed is toch wat groot voor een peuter. Los nog van het feit dat hij tot voor kort niet eens in zijn eigen kamer wilde slapen. Maar tegenwoordig wil hij wel in zijn eigen kamer slapen. Zodat we afgelopen weekend besloten om eindelijk eens een echt kinderbed voor Philip te kopen. Dus op naar de IKEA.

We kwamen thuis met een nieuwe Leksvik, een mooi houten meegroeibed. Mijn oude bed verdween naar zolder, en Philip's nieuwe bed kwam daarvoor in de plaats. Voorlopig in de kortste stand.

't Gekke is dat we apart een lattenbodem en een matras moesten kopen. Die matras bestaat uit drie delen: een groot stuk voor de kortste stand, en twee verleng-stukken voor de middelste en langste stand.

We hebben ook maar meteen een nieuw dekbed en een nieuw kussen gekocht. Inclusief overtrek, die Philip natuurlijk zelf mocht uitkiezen.

Philip in zijn nieuwe bed


Maar we hadden nog meer gekocht voor Philip. Een nachtlampje (een groene spookbol); als die aanstaat dan hoeft de lamp in de gang niet meer aan. En het nachtkastje waar die groene bol op staat (maar € 4,50).

En als klap op de vuurpijl: ook nog een fauteuil voor Philip.

Philip in zijn nieuwe fauteuil, met masseuse

maandag 28 juli 2008

Waar slaapt Philip?

Philip slaapt 's nachts prima. Ja, maar waar? Meestal wilde hij bij Lien en mij in bed. (Dat is overigens een prima manier om te voorkomen dat je een broertje of een zusje krijgt - maar dat terzijde.) Terwijl hij ondertussen al drie en een half is.

Ik riep al een hele tijd dat 'ie maar eens in zijn eigen kamer moest gaan slapen. Het consultatieburo stond aan mijn kant; daar hadden ze al lang geleden gezegd dat 't alleen maar moeilijker wordt om hem dat te leren. We hebben het ook wel eens geprobeerd, maar dat werd altijd huilen en protesteren. En Lien lag dwars. We moesten wachten tot hij behoorlijk kon praten, vond ze, dan zouden we hem gewoon kunnen vertellen dat hij in zijn eigen kamer moet gaan slapen en dat zou heel makkelijk zijn. Jaja, dacht ik.

Een week of drie geleden kwamen Lien en Philip terug uit Laos. En Philip wilde zomaar in zijn eigen kamer slapen! En daarbij zei hij dingen zoals “Philip slaapt in eigen bed, Philip niet huilen he”. En inderdaad, hij sliep vaak, uit eigen beweging, in zijn eigen bed. En hij ging niet huilen. Hij komt nog wel af en toe 's ochtends naar onze slaapkamer, om lekker bij ons uit te slapen.

Philip slaapt in zijn eigen kamer


Hij wil wel graag dat 't licht in de gang aan is. Hij moet goed kunnen kijken, zegt hij zelf. Gelukkig hangt er daar een spaarlamp, en bovendien kan ik die na een uurtje uitdoen, dan slaapt Philip wel.

Pijama

Gisteravond was Philip op de bank in slaap gevallen. We hebben 'm, zonder hem wakker te maken, opgetild en in zijn nieuwe bed gelegd.

Vanochtend ging mijn wekker. Nog geen minuutje later stond Philip in de deuropening van onze slaapkamer. Hij declameerde, duidelijk beschuldigend: “Ik moet PIJAMA aan!”

Maar hij wou de ene pijama niet aan, en de andere ook niet. De pijama die hij wel aan wilde was in de was. Nou, dan wilde hij toch maar geen pijama. In plaats daarvan wilde hij met de playstation gaan autoracen. Toen was alles weer goed in het wereldje van Philip.

zaterdag 26 juli 2008

Ben ik helderziende?

Sommige dingen weet je gewoon van te voren.

Altijd, werkelijk altijd heb ik mijn Leatherman Wave bij me. 't Is een zakmes, zaag, vijl, tang, schroevendraaier en schaar in één. Komt altijd van pas. Ik gebruik 'm ook nog af en toe. Eens, ergens bij een rots, zat een karabiner zo strak dichtgeschroefd dat we 'm zo gauw niet met de hand los kregen; voila, de tang-functie bood uitkomst. Ik heb 'm al diverse malen op kantoor goed kunnen gebruiken. De schroevendraaiers gebruik ik nog het vaakst. De schaar zit de laatste tijd een beetje vast; ik moet 'm de tool eens schoonmaken en smeren.

Zoals ik dus al zei, ik heb 'm werkelijk áltijd bij me. Behalve vandaag. Ik had al zoveel spullen in mijn broekzak, zodat ik besloot om 'm maar eens niet mee te nemen. Ik dacht nog: ik zal 'm vast vandaag nodig hebben.

En inderdaad. We besloten zomaar om een kinderbed te kopen bij de IKEA. En een stoel. En een kinderfauteuil. En nog zo wat. Thuis ging ik meteen al dat spul in elkaar zetten. Om al die verpakkingen open te maken is een mes wel handig. Maarja, de Wave lag dus op m'n buro, een verdieping hoger. En even later had ik een schroevendraaier nodig. Had ik weer mooi mijn tool kunnen gebruiken. In plaats daarvan liep ik maar berustend naar zolder, naar de gereedschapskist.

Helderziendheid is pas zinvol als je erop kan vertrouwen. En aangezien ik er niet in geloof, vertrouw ik er niet op, dus is 't niet zinvol. Helaas.

woensdag 23 juli 2008

Quiche

Grr. Rond 18:20 besloot ik een quiche in de oven te doen. Een kwartier later kunnen we gaan eten. Althans, als ik 't niet vergeten was. Rond 19:00 dacht ik ‘goh, is er iemand een quiche aan het bakken?’ En rond 19:20 dacht ik ‘laat ik mijn quiche eens in de oven gaan doen’. Tja, dat kon dus niet meer, hij was al verbrand.

Philip lag ondertussen lekker te slapen op de bank, dus ik ging in marstempo op en neer naar de AH voor een nieuwe quiche. Dat lukte moeiteloos, dus ik denk dat ik morgen wel weer kan gaan werken. Nu zit de nieuwe quiche in de oven. Nog ruim vijf minuten, dan kunnen we eten. Dus nu gaat de computer uit.

Ziek

Ben ziek. Zit al sinds maandag thuis. 't Gaat gelukkig al weer wat beter.

Doe de computer aan. Zit eerst een kwartier wezenloos naar het scherm te staren. Probeer me dan te herinneren waarom ik 't ding eigenlijk aangezet had. Lukt niet.

Ga van pure ellende maar rss feeds lezen. De Bad Astronomer schrijft over een luipaard die een krokodil vangt. De foto's laadden bijzonder langzaam, maar toch nog sneller dan ik denken kon.

De peuter heeft geleerd hoe hij met de ene DECT-telefoon de andere kan bellen. Beleeft er veel plezier aan om mij op te bellen. Terwijl ik maar drie meter verderop zit. En dan zet 'ie 'm ook nog op de luidspreker. Nu zit de peuter heel geconcentreerd zijn boterham met hagelslag op te eten.

Ik begin gek te worden. Gisteren wilde ik de tv wat harder zetten. Ik kon niet bij de afstandsbediening, dus ik beeldde me in dat ik die al in mijn hand had en op het knopje voor het volume drukte. Ik was helemaal verbaasd toen de tv daar niet op reageerde.

Tijd om te stoppen. Dit stukje schrijven heeft me meer dan een kwartier gekost.

zaterdag 19 juli 2008

Gevorderde klimmers...?

Het logische vervolg op voldoende kliminstructie is dat we een cursist tot gevorderde verklaren. Dat betekent dat de instructeurs er vertrouwen in hebben dat 'ie veilig zelfstandig de rotsen in kan. De vaardigheden die hij of zij beheerst zijn onder meer voorklimmen, een standplaats bouwen en abseilen.

Nou was ik laatst een avondje klimmen in Bergschenhoek. Daar kan je leuk buiten klimmen op een wand van ruim 30 meter hoog. We waren met z'n drieen: ik en twee gevorderde klimmers. Laat ik ze AP en WK noemen. AP en WK gaan regelmatig zelfstandig de rotsen in; ze hebben heel wat ervaring opgebouwd ondertussen.

Eerst klom WK voor naar het plateautje halverwege. Ging prima. Ik bond halverwege het touw in en klom na. Daarna bond AP aan het andere uiteinde in en klom ook na. Het logische vervolg is dan dat AP de tweede lengte (tot helemaal bovenaan) voorklimt, en dat gebeurde ook, en 't ging prima. Toen moest AP daarboven stand maken, om eerst mij en daarna WK te zekeren. Maar dat duurde nogal lang. En uiteindelijk riep hij niet (zoals het hoort) “nakomen!” maar iets als “ehm… ik geloof dat het zo wel goed is”. Hmm.

De constructie die hij gemaakt had was wel in orde, gelukkig.

Eenmaal boven moet je weer naar beneden. Abseilen. Het leukste is om dat vanaf de punt te doen, zodat je helemaal vrij hangt. Het kostte me vreemd genoeg enig aandringen voordat ook AP en WK ervan overtuigd waren dat dat geweldig is.

AP bereidt zich voor om te abseilen


Gelukkig hoefde ik niet zoveel aanwijzingen te geven.

AP is halverwege


Nadat we AP naar beneden hadden laten gaan, moest WK over de rand. Hij is een stoere bergbeklimmer, dus hij had maar weinig aanmoediging nodig.

WK touching the void


Toen we alledrie beneden waren gingen we nog een keer omhoog (jaja, sportklimmen is een nogal zinloze activiteit). 't Gekke is dat WK het touw gauw op een heel andere plek over de rand gooide om te abseilen.

zondag 13 juli 2008

Slackline oefenen is lastig

't Valt niet mee, hoor, om in mijn eigen achtertuin op mijn eigen slackline te oefenen. Ik kan wel steeds langer blijven staan, en ik kom steeds verder. Het probleem is dat ik steeds vaker op mijn beurt moet wachten. Philip wil namelijk ook steeds, en de buurjongetjes zijn ook al helemaal enthousiast geworden.

Buurjongetje op mijn slackline

zaterdag 12 juli 2008

Klimwand vlakbij huis

Een kleine maand geleden schreef ik over de nieuwe inrichting van het kinderspeelpleintje vlakbij huize Rijstveld. Vanmiddag heb ik weer een feature daarvan ontdekt. Ik was bezig om de slackline in de achtertuin op te hangen. Maar toen declameerde Philip dat hij wilde fietsen. En ik moest mee. Dus de slackline moest wachten.

In de eerdere reportage noemde ik de boulderstenen al. Maar er is meer. Zoals een grote schommel, een huisje en een klauterding met onder meer een glijbaan.

Het nieuwe klauterding

Maar is iets merkwaardigs met dat klauterding. Ik vroeg me al een tijdje af wat die schuine plaat aan de linkerkant zou kunnen zijn. Eindelijk weet ik het: het is een klimwand!

Klimwand

Philip had weinig aanmoediging nodig om 'm te beklimmen:



(Dat was overigens de tweede poging. De eerste poging mislukte. En tijdens latere pogingen werd de klimtechniek steeds beter. Ook dat is online te bewonderen.)

En wat doe je als je boven bent? Dan ruim je je karabiners netjes op.

Bovenaan de klimroute

En voor de oplettende lezertjes: zo vader, zo zoon (hoi, Abby).

maandag 7 juli 2008

Vlucht CI65 is niet geannulleerd

Het gaat niet altijd mis.  Lien en Philip zijn zondag zonder problemen teruggekomen uit het verre oosten.  't Enige was dat ik bijna twee uur bij Aankomst 3 op Schiphol moest wachten voordat ze eindelijk naar buiten kwamen.  Gelukkig had ik Guards! Guards! (nog onaangebroken) bij me, zodat ik me wel heb vermaakt.

Tot mijn verbazing spreekt Lien nog steeds relatief goed Nederlands.  En Philip heeft een heleboel Lao-woordjes geleerd.  Die probeert hij nu aan de buurjongetjes te leren.

zondag 6 juli 2008

Nog meer natuurkunde

Ik heb op de HTS wel eens meegemaakt dat een docent een ingewikkelde formule op het bord schreef (bij het vak elektronica, 't was een transistor-equivalent, als ik 't me goed herinner).  Daar moesten wij dan iets mee doen.  Maar de formule was zo ingewikkeld dat we daar gewoon niet uitkwamen.  Na een kwartiertje ging de man uitleggen hoe je dat kan aanpakken.  “Dit deel is zo klein, dat kan je verwaarlozen.  Dat ook.  En dat ook.”  In luttele seconden had hij zoveel weggekrast dat er een simpele formule overbleef, waar wij wel wat mee konden.  Moraal van dit verhaal: als je snel resultaten wil dan moet je niet al te precies doen.  De vraag die zich dan opdringt is: hoe weet je nou wat je buiten beschouwing kan laten?

Kort geleden betoogde ik dat de belasting op de ankerpunten bij een slackline theoretisch wel vrij groot kan worden, maar dat je daar in de praktijk nogal wat moeite voor moet doen.  Ik vertrouw mijn karabiners na een slackline-opspan-avontuur nog wel.  Betweter  Kritische lezer nanske vroeg waarom ik eigenlijk de kracht die door de spanning van het koord op de ankers ontstaat buiten beschouwing laat.  Mijn antwoord was: “omdat ik daar helemaal niet bij heb stilgestaan”.  De vraag die ze misschien bedoelde te stellen is: “moet je niet ook de opspankracht in beschouwing nemen?”

(Er zijn niet zo veel vakgebieden waarin de exacte formulering van een uitspraak of vraag van cruciaal belang is.  Ik weet er zo gauw eigenlijk maar twee: juridische zaken en computerprogramma's.  Bij de computertechniek is de computer relatief onpartijdig en zo vriendelijk om de meeste fouten te benoemen voordat ze een probleem worden.  Advocaten hebben het wat dat betreft wat moeilijker.  Maar ik dwaal af.)

(1) Laten we beginnen bij een situatie waarin we bijna alles hebben weggestreept.  De ankerpunten zitten muurvast en kunnen dus helemaal niet bewegen.  De slackline zelf is zonder massa en rekt helemaal niet.  Tenslotte zijn we erin geslaagd om de slackline zuiver horizontaal op te spannen.  Opspannen is niet het juiste woord, want er staat in deze situatie geen enkele kracht op de ankerpunten.

Wat nu als er iemand op gaat (en blijft) staan?  Omdat de slackline niet kan uitrekken, en de ankerpunten niet kunnen bewegen, blijft de slackline zuiver horizontaal.  De belasting door de persoon is vertikaal, maar de slackline kan de ankerpunten alleen maar horizontaal belasten.  De ankerpunten kunnen dus niet een tegengestelde steunkracht geven.  Deze situatie kunnen we niet natuurkundig berekenen.  We hebben teveel weggestreept.

(2) We nemen nu dezelfde situatie, maar de slackline is iets te lang.  Als je er nu op gaat staan, dan heb je precies de situatie die ik in mijn vorige betoog beschreef (laten we die (0) noemen).  Maar er is niks opgespannen, dus 't zegt niks over de opspankracht, en dus al helemaal niks over de opmerking van nanske.

(3) Dan passen we 't systeem op een andere manier aan.  De slackline is nog steeds zonder massa en rek, en precies lang genoeg om horizontaal tussen de ankerpunten te passen.  Maar nu kunnen de ankerpunten bewegen.  Laten we zeggen dat de ankerpunten met een veer aan de ankerpunten van situatie (1) vast zitten.  De nieuwe ankerpunten en de veren zijn ook massaloos, maar de veren rekken uit.  Lineair met de kracht: als je er twee keer zo hard aan trekt dan rekken ze twee keer zo ver uit.  Laten we ook zeggen dat de veren vrij kunnen roteren om het originele ankerpunt, zodat ze keurig in de richting van de kracht kunnen gaan liggen.  Als er niemand op de slackline staat dan hangt 'ie zuiver horizontaal.  Zodra er iemand op gaat staan dan worden de veren een beetje uitgerekt en dan heb je gek genoeg weer precies situatie (0).

Maar omdat de slackline precies lang genoeg is, zijn de ankerpunten onbelast als er niemand op de slackline staat.  En de veren zijn dan helemaal niet uitgerekt (heet dat ingerekt?).  Da's dus ook niet de situatie waar nanske op doelde.

(4) Stel dat de veren van (3) een beetje slap zijn.  Dan rekken ze een heel eind uit, zelfs als je Philip op de slackline zet.  Om dat nou tegen te gaan kan je de slackline opspannen.  In ons model betekent dat dat de slackline iets te kort is.  Daardoor zijn de veren al een beetje uitgerekt, ook al staat er niemand op de slackline.  Als er dan iemand op gaat staan, dan rekken de veren nog wat verder uit, en trekken dus harder aan de slackline - waardoor de slackline minder ver inzakt.  De hoek is groter dan bij (3), maar de beschrijving bij (0) houdt nog steeds stand.

(5) We gaan nog één stapje realistischer, uitgaande van situatie (4).  We laten de slackline nog steeds massaloos (die massa is nl. verwaarloosbaar vergeleken met de massa van de persoon die erop gaat staan).  Maar de slackline rekt nu wel uit.  Dit soort rek is verrassend genoeg redelijk proportioneel met de uitgeoefende kracht (Robert Hooke, 17e eeuw).  Als onze proefpersoon op de slackline gaat staan, dan krijgen we twee rechte stukken slackline: van het ene anker naar de proefpersoon, en van de proefpersoon naar het andere anker.  Ze zijn allebei iets uitgerekt.  De werklijn van de kracht die daarmee samenhangt (de veerkracht) ligt in de lengterichting van dat stuk slackline.  En omdat een kracht langs zijn werklijn mag worden verplaatst, kunnen we rekenkundig, in de evenwichtssituatie, de rek van de slackline verplaatsen naar (extra) rek in de veren van de ankerpunten die we in situatie (3) introduceerden.

Ik denk dat het antwoord op de vraag “moet je niet ook de opspankracht in beschouwing nemen?” nu wel duidelijk is.  Het antwoord luidt:  “We houden impliciet al rekening met de opspankracht.  Die bepaalt namelijk (mede) de hoek die in de slackline ontstaat als je erop gaat staan.  De geometrie van de evenwichtssituatie bepaalt de vermenigvuldigingsfactor.”

Oefenen op de slackline

't Valt nog niet mee, hoor, op mijn slackline lopen.  De nieuwe slackline in de klimhal in de Uithof is heel breed en hangt heel strak.  Die van mij is juist nogal smal, en hangt niet zo super strak.  Bovendien is de mijne nogal wat korter.  Dat maakt allemaal nogal wat verschil.

In de klimhal kan ik al aardig stil blijven staan zonder eraf te donderen.  En ik kan een stukje lopen.  Nou, thuis ben ik nog lang niet zover.  Ik kan hooguit een paar seconden blijven staan.  Als ik één of twee stappen kan lopen dan komt dat doordat ik vooruit val in plaats van opzij.  't Gekke is dat ik op twee voeten veel stabieler sta dan op één voet, terwijl op één voet staan in de klimhal juist makkelijker is.



Na een paar minuutjes oefenen gaat het al beter.  Een beetje, maar toch.  Als het een beetje mooi weer blijft de komende weken dan kan ik mijn slackline-vaardigheid behoorlijk verbeteren.

zaterdag 5 juli 2008

Karabiners weggooien?

Ik was het al eens ergens tegengekomen toen ik de afgelopen dagen naar wat informatie zocht over slacklines bouwen. En nu schrijft nanske het ook al. Als je karabiners gebruikt hebt voor een slackline, gebruik ze dan daarna niet meer bij het klimmen. Ik begrijp dat niet helemaal. Wat kan er mis zijn met die karabiners? Wat is er zo bijzonder aan een slackline?

Wij leren onze klimcursisten hoe ze een spinverankering moeten maken. Dat is een manier om een belasting netjes te verdelen over twee (of meer) ankerpunten. De spinverankering ziet eruit als een V, met de twee ankerpunten boven en het ‘zekerpunt’ onderaan. Nou mag die V niet al te breed worden; de hoek die de twee benen maken moet je zo klein mogelijk houden. De reden daarvoor is dat de kracht op de twee ankerpunten een stuk groter wordt (in plaats van kleiner) als ze te ver uit elkaar zijn. Als de hoek te groot is, dan wordt de kracht op elk ankerpunt zelfs (vele malen) groter dan de belasting op het zekerpunt

Zou dat de achtergrond zijn van de opmerking over de slackline-karabiners? Als je op een slackline gaat staan, dan krijg je ook een V-vorm. Hoe strakker je je slackline opspant, hoe vlakker die blijft, dus hoe groter die hoek. Dus: hoe groter de belasting op de ankerpunten.

Even wat theorie. Iemand die op de slackline staat oefent daar een vertikale kracht op uit. Als je in het midden staat, en de slackline is symmetrisch opgehangen, dan voelen beide ankerpunten dezelfde kracht. En die kracht is 1 / (2 × cos(φ / 2)) maal zo groot als de vertikale kracht die jij op de slackline uitoefent, waarbij φ de hoek is die de slackline maakt op het punt waar je erop staat. Dit geldt op dezelfde manier voor de spinverankering.

Dat is het worst case scenario. Als je niet in het midden staat, dan belast je het ene ankerpunt meer en het andere minder. Het extreme geval is dat je recht onder een ankerpunt staat. Dat ankerpunt belast je dan met een factor 1, terwijl je het andere ankerpunt helemaal niet belast.

In de grafiek hieronder zie je hoe groot de vermenigvuldigingsfactor is bij verschillende hoeken. Als de hoek 0° is, dan hangen de ankerpunten recht boven elkaar. Bij een slackline zal je dat niet zo gauw tegenkomen, maar bij een spinverankering kan dat wel. De belasting van het zekerpunt wordt dan netjes verdeeld; elk ankerpunt voelt daar de helft van. Dit is ideaal voor een spinverankering.


Hoeken en de belasting-factor op de ankerpunten

Pas als de hoek zo'n 60° is, wordt de kracht op elk ankerpunt wat meer dan de helft van de eigenlijke belasting. Bij 120° is de kracht op elk ankerpunt gelijk aan de kracht op het zekerpunt. Voor een spinverankering is dat allang niet meer zinvol. En daarna loopt het alleen maar nog sneller op.

Bij een beetje strak opgespannen slackline kan de hoek misschien wel 150° zijn. De kracht die elk ankerpunt voelt is dan 2 keer zo groot als vertikale kracht die jij op de slackline uitoefent. Als jij 100 kg weegt en stil staat, dan is dat dus 2 kN. Klimkarabiners gaan tot zo'n 20 kN, dus je mag met bewegen en springen de belasting nog tien keer zo groot maken.

Maar misschien is de slackline heel strak opgespannen, en is de hoek zowat 170°; dan is de factor maar liefst 5, en voelt elk ankerpunt 5 kN. Als je stil staat. Dat is wel een extreme situatie. De slackline rekt namelijk ook nog een beetje uit, waardoor de hoek weer kleiner wordt. Maar het lijkt erop dat, als je echt je best doet, je inderdaad meer dan 20 kN op de ankerpunten kan krijgen.

Terug naar de praktijk. De slacklines van Gibbon zijn dik en breed. Volgens hun website zijn ze 50 mm breed en kunnen ze tot 5 ton belast worden. Dat is 50 kN, veel meer dan een klimkarabiner kan hebben.

Aan de andere kant: Voor de slackline bij de Klimmuur Den Haag hebben ze, denk ik, een sling van 26 mm gebruikt, en dergelijke slinges kunnen 20 kN hebben. Ze doen daar niet voorzichtig; ze staan er met meerdere mensen tegelijk op en ze springen erop. De bandsling die ik voor mijn slackline gekocht heb is 16 mm breed en kan 15 kN hebben. En dan leggen we ook nog eens knopen in de slinges. Een knoop vermindert de breeksterkte aanzienlijk.

Conclusie: Als je de slackline heel strak opspant dan kunnen de krachten inderdaad zó groot worden dat het gebruikte klimmateriaal kapot kan gaan. Maar daar moet je wel echt je best voor doen. De krachten lopen dan bovendien heel snel op; ik denk dat zelfs de bovengenoemde Gibbon-slackline het niet veel langer uit zou houden dan mijn eenvoudige smalle bandsling. En ik span mijn slackline zó op dat de karabiners nauwelijk belast worden. Dus ik ben niet bang dat mijn karabiners ook maar enige schade overhouden van het slacklinen.

Slackline

Slacklinen is de hype van dit moment. In de klimhal hebben ze er eentje hangen. Ik las dat iedereen in Bleau er aan doet. Dat wil ik thuis ook wel! Ik heb in de achtertuin twee kloeke palen op een meter of 4 van elkaar staan, waar we een hangmat tussen kunnen hangen. Die zijn vast ook wel geschikt voor een slackline.

Maar eerst 't materiaal. Vanmiddag heb ik 20 stuks bandsling van één meter gekocht. Althans, zo staat 't op de kassabon; het is eigenlijk één stuk van 20 meter.

't Heet weliswaar slackline, maar je moet 'm wel opspannen. Anders slackt 'ie teveel, en dan sta je gewoon op de grond. Dus wilde ik ook vier karabiners kopen, zodat ik een simpel katrolsysteempje kan maken. Die karabiners kan ik toch wel gebruiken - je kan nooit teveel klimmateriaal hebben. Maar het bleek dat één setje goedkoper is dan de goedkoopste twee losse karabiners! (Een setje bestaat uit twee karabiners met een stukje sling ertussen.) Dus nu ben ik twee Black Diamond Quickwire setjes rijker.

Het vastknopen en opspannen is niet zo moeilijk als je weet hoe het moet. En als je niet weet hoet 't moet dan zijn er genoeg video's op Internet te vinden waarin het haarfijn uitgelegd wordt.


Katrolsysteempje

Ok, dus de slackline hangt en is netjes opgespannen. De palen houden het moeiteloos. 't Is misschien een beetje kort, maar je kan niet alles hebben.


De slackline

Nu komt het moeilijkste deel… op de slackline gaan staan en er niet meteen weer afvallen. Dat wordt oefenen. Maar nu regent het, en ik vind dit proof of concept wel weer even genoeg.


Frans op de slackline

dinsdag 1 juli 2008

Toegang tot Internet - 2

Een historische vertelling in vijf actes.

Eerste acte: Het verleden.

Ik had ooit een Internet-account genomen bij Demon. Dat was vóór de tijd van ADSL. Als je wilde internetten dan belde je in met je modem. Of met je ISDN Terminal Adapter, zoals ik, en dat ging lekker snel. Op een gegeven moment besloot ik om een ADSL-aansluiting de nemen. Ook maar bij Demon. Nog sneller.

Na een aantal jaar werd Demon overgenomen door XS4ALL. Omdat XS4ALL geen abonnement had dat qua snelheid vergelijkbaar was met wat ik had, verzonnen ze speciaal voor mij (en de andere ex-Demon-klanten) een abonnement dat voor ongeveer dezelfde prijs ongeveer dezelfde snelheid bood. Bij de technische overgang was ik even de verbinding kwijt, maar dat was snel genoeg weer opgelost.

Tweede acte: De verleiding.

Een week of wat geleden ging ik eens op de site van XS4ALL kijken. Ik zag dat ze een snelheidsverhoging hadden doorgevoerd voor de ADSL-klanten. Hee, daar had ik niets van gemerkt. Niet dat ik vond dat 't te langzaam ging, maar toch. Ik ging maar eens met de helpdesk bellen, want ik wist niet eens meer wat voor abonnement ik eigenlijk had.

Het bleek dat ik nog steeds dat speciale Demon-abonnement had. Anderhalve megabit per seconde. Terwijl het goedkoopste reguliere ADSL-abonnement bij XS4ALL al 4 Mbit/s was! Die snelheidsverhoging gold alleen voor de reguliere abonnementen. Bah.

Ik ging verder neuzen op de XS4ALL-site. Hee, wat leuk, een aanbieding: als je je contract met 12 maanden verlengt dan krijg je een nieuw ADSL-modem. Het leuke is dat dat ook een telefooncentrale is, die VoIP doet. Dus dan kan je bellen over de Internet-aansluiting (de omgekeerde wereld, voor een oudgediende zoals ik, maargoed). Of, naar keuze, over de vaste aansluiting, want je kan het modem bovendien op de vaste telefoonaansluiting aansluiten (analoog dan wel ISDN).

Het allerleukste is nog wel dat het modem niet alleen analoge telefoons aankan, maar ook een ISDN S0-aansluiting heeft. Dus ik kan mijn ISDN-telefoons en -telefooncentrales erop aansluiten, en dan daarmee over Internet bellen! Dan kan ik daarna mijn ISDN-abonnement bij de KPN opzeggen en het nummer naar XS4ALL porteren. Dat kost me vijf euro per maand; de KPN rekent ruim 5 keer zoveel.

Intermezzo: Andere nieuwe apparatuur.

Ik wilde al een tijdje een externe harde schijf hebben. Die wilde ik, onder meer, als backup-medium voor mijn foto's gebruiken. En dan wilde ik het liefst eentje met een netwerk-aansluiting. Nu Lien in het verre oosten is kan ze me niet tegenhouden, dus ik heb eindelijk een Synology DS107 gekocht. En ik ben er bijzonder tevreden over.

Maar de verbinding tussen de PC en de nieuwe disk was een beetje langzaam. Alle foto's van één jaar kopiëren duurde uuuren. De pc en de disk hebben allebei een gigabit-poort, maar ik had er een oud hubje tussen gezet. Die deed maar 10 megabit per seconde, half duplex. Dus toen moest ik een nieuwe gigabit-switch kopen (1000 megabit per seconde, full duplex - meer dan 100 keer zo snel). Gelukkig kosten die dingen nog maar een paar tientjes, tegenwoordig.

Nieuwe switch en nieuw ADSL-modem

Derde acte: De ellende.

Ik wilde de mooie telefooncentrale annex ADSL-modem wel hebben dus ik besloot om op de actie-aanbieding van XS4ALL in te gaan. Ik kon het online aanvragen. Nee dus, dat lukte niet. De helpdesk-dame vertelde me dat die actie alleen geldt voor reguliere abonnementen. Bah.

Dan maar eerst mijn abonnement omzetten naar een reguliere vorm. Kost me zo'n acht euro per maand extra, maar dan is mijn verbinding ook meteen een stuk sneller. Dat lukte wel online, en het was dezelfde dag nog geregeld. Ik probeerde meteen opnieuw de actie-aanbieding, en ook dat lukte. 't Was alleen wat merkwaardig dat ik nergens in de online status kon zien dat ik dat had aangevraagd.

Toen was het wachten op het modem. Thuis zijn alleen maar poezen, en die doen de deur niet open, dus ik had het naar kantoor laten sturen. Maar na een paar dagen was er nog geen modem. De dame van de helpdesk wist me te vertellen dat 't nog wel een kleine week kon duren, dus ik wachtte geduldig af.

Een kleine week ging voorbij, maar er kwam geen modem. De dame van de helpdesk wist me donderdagavond te vertellen dat 't dinsdag al was bezorgd! Huh? Ze gaf me een trace&track-code van TNT, en inderdaad, daar stond hetzelfde. Maar ik had 'm niet ontvangen!

Vierde acte: De tijdelijke opleving.

Vrijdagochtend, op kantoor. Collega Roene vertelt me dat we een postbus hebben in Gebouw 3. Dat weet hij toevallig, omdat hij vroeger altijd de post ophaalde. Zou het pakje misschien daar bezorgd zijn? En inderdaad, het pakje zit in de postbus. Dat kan helemaal niet, want het past niet door de sleuf, maar ik was allang blij dat het pakje gelokaliseerd was. Zoals bekend zijn oplossingen er om ruimte te maken voor nieuwe problemen: onze baas, die de sleutel van de postbus heeft, is er niet. Gelukkig heeft de huismeester ook een sleutel, en hij geeft zonder moeilijk te doen het pakje en een paar brieven aan ons. Blijkbaar zien we er heel eerlijk uit.

Vrijdagavond heb ik meteen mijn nieuwe modem geïnstalleerd. En hij deed 't niet. Dat kon wel kloppen, want er is iets technisch met een lease op de ADSL-lijn, zodat het tot twee uur kan duren voordat een interface met een nieuw MAC-adres toegang krijgt. Eerst maar klimmen. Uuuuren later kom ik weer thuis. Hij doet 't nog steeds niet! Dat is gek. Ik probeer van alles, maar zonder succes.

Vijfde acte: Het happy end.

Ik sluit het oude ADSL-modem weer aan. Die doet het meteen. Hmm. Het lukt me om het MAC-adres van het oude modem in het nieuwe modem te zetten, maar nog steeds no luck. Als laatste mogelijkheid ga ik maar eens alle instellingen tot in detail vergelijken. En dan blijkt dat het oude modem de VCI op 34 heeft staan, terwijl dat in het nieuwe modem 35 is. Maar dat zou 35 moeten zijn, volgens alle documentatie van XS4ALL! Toch maar proberen - en meteen werkt 't.

(Ik meldde 't per email bij de helpdesk, en ik kreeg een mailtje terug: “Een heel klein aantal ex-Demon aansluitingen…”. Grmbl, ik was weer eens de uitzondering.)

Vervolgens ging ik aan de slag met de telefoonaansluiting. Dat werkt, voor de verandering, in één keer als een zonnetje. Ik ben helemaal gelukkig.

Van weekplanningen, en een poes die roet in het eten gooit

Zoals de oplettende lezertjes van dit blog weten zijn Lien en Philip een tijdje naar Laos.  Hierdoor heb ik nu alle tijd voor mezelf.  Vier weken lang.

De eerste week heb ik vooral doorgebracht met stressen en ont-stressen.  De tweede week ben ik elke avond gaan klimmen.  Afgelopen week, de derde week alweer, was de week van het ontspannen; ik heb eigenlijk niks gedaan.  Thuis een beetje achter de computer hangen.

Ik had zondagavond besloten dat de laatste week de week van het fatsoeneren moest zijn.  Huis en tuin moeten gefatsoeneerd worden.  Buiten tiert het onkruid alweer welig, en binnen heb ik, ehm, niet elke dag gestofzuigd.  Dus ik was van plan om elke avond een uurtje in de tuin te werken, en daarna een uurtje binnen te gaan boenen.

Het begon goed.  Maandagavond heb ik in de tuin mijn doel bereikt.  Maar toen had ik geen zin meer om te gaan stofzuigen ofzo.  Ik dacht: daar heb ik nog genoeg dagen voor.

Vandaag, dinsdag, zag het er allemaal goed uit.  Met het mooie weer kon ik mooi de voortuin in orde maken.  Maar toen greep Casper in.

Casper is één van mijn poezen.  De andere poes is Hobbes; het zijn zusjes.  Casper had al een paar dagen last van haar rechteroog.  Ze kneep het oog dicht, het traande en zag er vies uit.  Ze klaagde er niet over, dus ik dacht dat het wel meeviel.  Maar nu vond ik het een beetje te lang gaan duren.  Bovendien stak er een grassprietje uit.  En dat was gek, want vanochtend stak er nog geen grassprietje uit, en ze was de hele dag binnen geweest!  Ze wilde niet dat ik eraan zat.  Nah, dan maar naar de dierenarts.  Die verdoofde de boel plaatselijk en ging met een paar pincetten aan de gang.  Al gauw was het probleem opgelost.

('t Is maar goed dat Lien er niet is.  Geld uitgeven aan de dierenarts, belachelijk.  Ze vindt het al erg genoeg dat ik eten voor de poezen koop.  De poezen doen er niets voor terug; ze doen de afwas niet, ze stofzuigen niet.  Lien mag de poezen niet eens opeten van mij.  Wat voor nut hebben ze dan?)

Maar zo gaat de tijd wel snel voorbij.  Ik was pas na half negen klaar met eten.  Nu heb ik eigenlijk geen zin meer om in de tuin te gaan werken, en ik wil al helemaal niet gaan stofzuigen.