zondag 29 juni 2008

Toegang tot Internet

Ik heb ergens halverwege de jaren 80 op de HTS kennis gemaakt met Internet. De HTS had een inbelverbinding. Niet zodat ik van thuis naar de HTS kon inbellen, maar zodat de HTS bij een andere instelling kon inbellen. Dat gebeurde elke nacht, en dan werd email en ‘Usenet news’ uitgewisseld. We hadden een supersnel modem: een Telebit Trailblazer. Die kon wel 18.000 bits per seconde doen (dat is, in hedendaagse termen, minder dan 0,02 Mbit/s).

Eind jaren 80, begin jaren 90 kon ik wel inbellen bij de HTS. Ik had een betaalbaar modem, en die deed 2400 baud. Dat is 9600 bits per seconde (bijna 0,01 Mbit/s). Net voldoende voor interactief email en news lezen. HTTP en browsers waren er toen nog niet, en als er al plaatjes op Internet te vinden waren dan waren dat foto's van jongedames. Een plaatje zegt meer dan 1000 woorden, maar voor een plaatje van een beetje acceptabele kwaliteit heb je ook meer bytes nodig dan voor die 1000 woorden. Als je dat combineert met de ‘snelheid’ van de verbindingen van destijds dan snap je wel dat we niet zoveel met plaatjes deden.


Een 2400 baud modem. Aan de muis kan je zien hoe groot 'ie is.

In de jaren daarna werden de modems steeds sneller. Op een gegeven moment nam ik zelfs een ISDN-aansluiting. Toen had ik maar liefst 64.000 bits per seconde (zo'n 0,06 Mbit/s)! Fasten your seatbelts!

Een jaar of vijf geleden (ik weet het niet meer zo precies) begon ik aan ADSL. Eindelijk was ik thuis altijd online. En weer een stuk sneller.

Maar eigenlijk wordt de Internet-verbinding helemaal niet sneller. Integendeel: 't wordt steeds langzamer. Er moeten namelijk steeds meer bits heen en weer geduwd worden. Vroeger waren we tevreden met email, die toen alleen maar uit tekst bestond, zonder attachements. En nu? We versturen foto's, video's, en andere enorme bestanden. Zo wordt de verbinding gevoelsmatig steeds langzamer. Alleen al om dat te compenseren moeten we eens in de zoveel tijd een snellere verbinding nemen.

Boulderexperiment: de uitslag

Het boulder-experiment is voortijdig afgebroken. Het experiment heeft uiteindelijk maar één week geduurd: ik heb nog tot en met vrijdag de 20e elke avond geboulderd. Zaterdag en zondag zat ik in de Ardennen om kliminstructie te geven. Ik heb daar zelf ook nog wel wat geklommen, maar dat was nou ook weer niet zo heel erg indrukwekkend. De week daarna ben ik alleen maar op de vaste vrijdagavond gaan boulderen.

Het afbreken van het experiment was niet echt een bewuste keuze. Ik was maandag gewoon te moe. Nou trek ik me daar normaliter niet zoveel van aan; de moeheid verdwijnt meestal wel als ik in de klimhal ben. Blijkbaar had ik er gewoon even genoeg van.

Bovendien kreeg ik last van mijn rechter schouder. Dat zal wel RSI zijn. Ik zat namelijk elke avond thuis achter de pc, en de werkhouding is niet optimaal. Zeker niet als ik veel met de muis moet doen (zoals FreeCell).

Vrijdag was ik dus wel weer gaan boulderen. Ik was al moe voordat ik ging, en ik was ook nog vergeten om te eten. Gelukkig kan je bij de klimhal een acceptabele maaltijd kopen. Ik heb niet zoveel geboulderd, maar het ging niet slecht. En ik had geen last van mijn schouder.

Aan het einde van de avond kwam ik zomaar door de eerste paar stappen van een 7! Ik had 'm wel eens eerder geprobeerd, maar tot dan toe kwam ik nauwelijks van de grond. (Een 7 is moeilijk. Ik heb al genoeg moeite met 5-jes. Sommige 6-jes lukken me. Daar houdt het normaal gesproken op voor mij.)

Een paar andere aanwezige klimmers/boulderaars hadden 't al eerder opgegeven. Die waren alleen nog maar met de slackline bezig.

Slackline lopen is niet moeilijk

woensdag 25 juni 2008

Weekendje kliminstructie - 2

Klimmen is een risicosport. Je kan namelijk vallen. Het vallen zelf is niet echt een probleem, maar het op de grond terecht komen na een val van meer dan een paar meter is wel een probleem. De kans op ernstige blessures (of erger) is dan bijzonder groot. Om nou te zorgen dat de risico's beperkt blijven zijn er allerlei technieken verzonnen. Onze instructieweekends zijn ervoor om die technieken aan beginnende klimmers te leren.

Je kan het risico bij de bron aanpakken: niet vallen. Als je klimt zonder enige vorm van bescherming tegen de gevolgen van vallen dan ben je aan het soleren. Helaas kan je je dan maar beter beperken tot de makkelijkste routes, en dat is saai. En zelfs dan heb je geen garanties: het stuk rots waar je aan hangt kan uitbreken. Of de greep die je vastpakt kan bewoond zijn door wespen, zodat je van schrik loslaat. Of er valt een steen op je hoofd, waardoor je bewusteloos raakt. Soleren vinden we niet verstandig.

(Vrij klimmen is iets anders dan soleren. Bij vrij klimmen gaat het erom dat je voor je voortbeweging geen gebruik maakt van touwen, haken en andere dingen. Alleen maar de rots. Maar je mag wel touwen en dergelijke gebruiken om de consequenties van een val te beperken. Het tegenovergestelde van vrij klimmen is artificieel klimmen. Het tegenovergestelde van soleren is gezekerd klimmen.)

Er is een andere manier om het risico tot aanvaardbare proporties terug te brengen: de valhoogte beperken. Dat kan je doen door hooguit een paar meter omhoog te gaan. Dat is een compleet aparte tak van de klimsport, dat heet boulderen. En zelfs dan leggen ze nog een mat (crash pad) op de grond.

Wil je hoger dan een paar meter, dan is de gebruikelijke oplossing om jezelf vast te binden aan een stuk touw. Als iemand boven je dat touw goed vasthoudt (zekeren), en je valt, dan bungel je aan het touw in plaats van dat je op de grond te pletter valt. Op deze manier klimmen heet naklimmen.

Zoals bekend zijn oplossingen er om ruimte te maken voor nieuwe problemen. Wat nou als er niemand boven je staat? Ook dat probleem hebben we opgelost. Je zorgt dat het touw bovenaan door een oogje gaat, en vanaf daar weer naar beneden. Dan kan de persoon die jou zekert gewoon beneden staan. Als je zo klimt dan noemen we dat topropen.

Hmm. Er ontbreekt iets. Hoe kwam die persoon die jou zekert boven je, of hoe kwam het touw door dat oogje? De simpelste oplossing is: omlopen. Maar dat kan meestal niet, en dan moeten we toch weer gaan klimmen. Dan staat de zekeraar beneden, en we doen het touw steeds door een oogje (haak) terwijl we langs zo'n haak klimmen. Als je dan, bijvoorbeeld, twee meter doorklimt, dan kan je hooguit vier meter vallen. Dat lijkt een heel eind, maar we gebruiken speciale touwen. Die rekken uit, als elastiek. Daardoor val je weliswaar nog wat verder, maar je val wordt ook heel comfortabel afgeremd. Zo klimmen heet voorklimmen.

Maarja, dan ga je instructie geven. Bijvoorbeeld aan een beginner, die weliswaar weet hoe hij moet zekeren, maar dat misschien nog niet zo goed kan. Dan kan het gebeuren dat de instructeur ervoor kiest om toch naar boven te klimmen. En dan is 'ie weer terug bij de eerste oplossing: niet vallen. De instructeur gaat soleren. In mijn geval, afgelopen weekend, in een 3-tje (dat is heel makkelijk). Op mijn slippers (hoi, Abby).

maandag 23 juni 2008

Weekendje kliminstructie

Het was er de afgelopen jaren niet meer zo vaak van gekomen, maar de afgelopen anderhalve maand ben ik al twee keer naar de Ardennen geweest als kliminstructeur. Half mei begeleidde ik een jeugdweekend in Durnal. En zaterdag en zondag was ik er weer, voor een instructieweekend voor volwassenen bij de rotsen van Dave.

Kliminstructie geven is leuk. Het nivo van de cursisten is enorm gevarieerd. Eén jongen kon al prima klimmen en kent alle benodigde touwtechnieken; die kunnen we ‘gevorderd’ verklaren. Een ander was een echte beginner, die heeft alleen nog maar een paar keer in de hal geklommen. En iedere cursist heeft z'n eigen aanpak nodig.

We zijn jammer genoeg niet aan mijn favoriete onderdeel toegekomen: voorklimmersvallen oefenen. De meeste mensen vinden dat heel eng, want je valt toch zo 4 meter of meer naar beneden. Maar bijna iedereen vindt het (na afloop) heel leuk. Hopelijk zijn ze daarna wat minder bang om een echte voorklimmersval te maken, zodat ze wat minder last hebben van voorklim-stress.

© Richard van Gent
Beneden oefenen wat je boven moet doen


We hadden 5 instructeurs (waarvan één in opleiding), en er waren maar 6 cursisten. De cursisten kregen dus bijna allemaal privéles. Wat een luxe.

De rotsen van Dave liggen pal naast een doorgaande weg en een spoorlijn. Dat maakt nogal wat kabaal; als er een trein voorbij komt dan kan je elkaar niet verstaan. Maar verder is het een fijn gebied om instructie te geven. Bovendien was het prachtig weer. Zaterdag hadden we de hele dag zon. Zondag ook, tot ongeveer vier uur; toen begon het een beetje te regenen. En dat kwam prima uit want we hadden afgesproken dat we om vier uur zouden stoppen. Dus alle deelnemers waren keurig op tijd bij de auto's terug.

woensdag 18 juni 2008

Boulderexperiment

Lien en Philip zijn een paar weken in Laos, en ik heb een zomerabonnement bij de klimhal. Dat betekent dat ik lekker vaak kan gaan klimmen en boulderen.

Vorige week besloot ik dat het tijd was voor een experiment. Wat zou er gebeuren als ik élke dag ga klimmen? Zou ik merkbaar beter gaan klimmen? Zoja, hoe lang zou het duren voor ik dat merk? En hoeveel beter zou ik dan worden? Of zou ik alleen maar allerlei blessures oplopen? Of er gewoon genoeg van krijgen?

Vanaf donderdag heb ik elke avond tenminste een uurtje geboulderd. Alleen zaterdag en zondag heb ik overgeslagen. (Nuancering: Ik ben telkens tenminste ruim een uur in de hal geweest. Maar je kan niet constant boulderen, zie deze toelichting. Ik denk dat ik nog niet eens de helft van de tijd daadwerkelijk in de wand hang.)

Een stoere boulderaar

Het experiment loopt nog te kort om al duidelijke uitspraken te kunnen doen. Ik kan hooguit melden dat er nog geen blessures zijn, en dat ik het nog steeds leuk vind.

Wat ik wel merk is dat ik steeds makkelijker door boulderproblemen heen kom. En boulders die ik eerst helemaal niet haalde, lukken nu gedeeltelijk of zelfs helemaal. Maar dat is redelijk normaal. Als je niet goed genoeg weet hoe een boulder kan, dan maak je fouten. Fouten kosten vaak veel kracht, zodat je te moe bent en eruit valt voordat je bij het einde bent. Op een gegeven moment weet je wel hoe zo'n boulder kan, en dan maak je geen fouten meer.

zondag 15 juni 2008

Mijn nieuwe printers

Na oude printers komen nieuwe printers.

Het abonnement van mijn mobiele telefoon was laatst aan vernieuwing toe. Ik verlengde mijn contract met een jaar. En daar was T-Mobile zó blij mee dat ze me een nieuwe telefoon kado gaven. En omdat de telefoon ook foto's kan maken, gaven ze me er ook nog een fotoprintertje bij. Dat kwam goed uit, want de inktpatronen van mijn kleurenprinter waren op en ik had geen zin om nieuwe te kopen. Dus nu ben ik de gelukkige eigenaar van een klein formaat fotoprinter. De kwaliteit van de foto's is werkelijk uitstekend.

Klein formaat fotoprinter


Zoals je aan de foto hierboven kan zien is er net één kleur van de “welcome cartridge” op. Maar een nieuwe cartridge was niet eens zo heel duur (zo'n 15 euro; de adviesprijs is 18 euro), en volgens HP kan ik daar wel 55 foto's van 10x15 cm mee printen. En als ik dan HP Advanced Photo Paper (100 vel voor 12 euro) gebruik dan is het nog watervast ook. Dan kost één foto zo'n 45 cent. Dat is duurder dan in de winkel, maar ik kan wel op elk gewenst moment printen. En zo krijgen ze in de winkel al die naaktfoto's van mijn vriendin niet meer te zien. :-)

Maar soms moet ik ook brieven en documenten printen. Vorige week nog. Dat kan ik natuurlijk op kantoor doen, als 't incidenteel is. Maar als je op zaterdagmiddag een paar documenten moet afdrukken die de vrouw de volgende dag (zondag) mee moet nemen naar het verre oosten, dan is het toch wel makkelijk als je thuis niet alleen maar een fotoprinter voor 10x15 cm hebt. Dus sinds zaterdagmiddag ben ik de gelukkige eigenaar van een kleine LaserJet. Nog geen 80 euro (inclusief tonercartridge, maar zonder USB-kabel) bij de Dixons.

Laserjet


Die opmerking over ‘gelukkig’ verdient enige nuancering. Ik was niet meteen gelukkig. Het lukte namelijk niet om de driver te installeren vanaf de meegeleverde CD. Er werd geklaagd dat er een DLL niet gevonden kon worden; of ik maar zo goed wilde zijn om aan te geven in welke directory die stond. Maar de DLL was nergens te vinden! Op de HP-site vond ik twee drivers die ik kon downloaden. Zonder toelichting wat het verschil was. Ik loadde de eerste down, en ging 'm installeren, maar ik kreeg hetzelfde geklaag. Dan maar de tweede proberen. Die deed het gelukkig wel.

Tot mijn verbazing ben ik helemaal aan het ver-HP-en. Een tijd geleden had ik al een HP scanjet gekocht (wat hebben die gasten toch met ‘-jet’?), en in de afgelopen maanden ben ik twee HP printers rijker geworden.

zaterdag 14 juni 2008

Mijn oude printers

Ik ga al een tijdje mee in de wereld van computers. En ik heb al 't een en ander aan apparatuur versleten. Printers, bijvoorbeeld. De eerste printer die ik me kan herinneren heb ik voor een vriendenprijsje gekocht van de vader van een huisgenootje. Dat was een eenvoudige matrixprinter. Voor de jongere lezertjes volgt later in deze blogpost een toelichting van deze prehistorische technologie. Ik weet niet waar die printer gebleven is; ik zal 'm wel hebben weggegeven aan iemand.

Toen ik aan mijn volgende printer toe was, was er net een nieuwe technologie in opkomst: inkjet (ik heb het nu over begin jaren negentig). Een inkjet-printer werkt zo: De printer heeft tientallen kleine buisjes waaruit minuscule druppeltjes inkt naar het papier kunnen worden geschoten. De BubbleJet doet dat door de inkt in het buisje te verhitten, zodat het als het ware een beetje overkookt en eruit spuit. 't Werkt prima en is onhoorbaar stil.

BubbleJet dicht
Ik had destijds een kennis die bij de Makro werkte, en daar hadden ze zo'n nieuwe BubbleJet-printer in de aanbieding: de Canon BJ-10ex. Het is een schattig klein printertje. Je kan er zelfs batterijen in doen, zodat je 'm overal mee naartoe kan nemen en on the road kan printen vanaf je laptop.

Oplettende jeugdige lezertjes hebben zich waarschijnlijk al verbaasd over de aansluiting aan de zijkant. Waar is die voor? Even geduld, zodadelijk wordt het toegelicht.

BubbleJet open
Om de printer te gebruiken moet je de klep open doen. Dan kan je er één vel papier in stoppen. Die leg je tegen de klep aan. Voor enveloppen, of dikker papier in het algemeen, is er aan de onderkant een opening. Om die te gebruiken moet je de printer op z'n achterkant zetten.

Maarja, één vel papier tegelijk, dat is niet zo handig. Als je meerdere pagina's wil afdrukken moet je erbij blijven, om steeds een nieuw vel erin te steken. Gelukkig kon je er een sheet feeder bij kopen. Om die te gebruiken zet je de printer weer op z'n achterkant, en dan haak je de sheet feeder aan de onderkant van de printer. Het papier gaat dan door de eerder genoemde achteringang naar binnen.

BubbleJet met sheet feeder
En met de voedingsadapter erbij had ik een goedkope printer, die ook nog eens weinig ruimte in mijn studentenkamertje opeiste. En over de printkwaliteit had ik niet te klagen.

Maar er kleeft een groot nadeel aan dit soort printers. De inktpatronen zijn verhoudingsgewijs duur. Dat komt doordat de printkop onderdeel is van het inktpatroon. En omdat de fabrikant graag geld wil verdienen aan de inktpatronen, zorgt 'ie dat in zijn printers geen inktpatronen van andere merken passen. Het ergste was nog wel: als je de printer een tijdje niet gebruikt, dan raken de minuscule buisjes van waaruit de inkt naar het papier wordt geschoten verstopt. Als ze een beetje verstopt zijn dan kan je ze (automatisch) schoonmaken, maar meestal kost dat inkt. En als de buisjes echt verstopt zijn dan is er geen redden meer aan.

Inkt en printkop in één


Een paar jaar later kocht ik voor een habbekrats de oude computerspullen van een kennis van een kennis over. Waaronder een HP LaserJet en een breedformaat matrixprinter. De LaserJet was zo oud dat 'ie niet eens een nadere typespecificatie had: het was gewoon dé LaserJet. Een vierkant bakbeest dat tientallen kilo's woog. Ik heb 'm niet zo lang gehad. Na een mislukte poging om een toner-cartridge te kopen heb ik 'm geruild voor een appeltaart. Die taart was best wel lekker.

Breedformaat matrixprinter
De breedformaat matrixprinter heb ik nog steeds, hoewel ik 'm nauwelijks gebruikt heb.

Op de voorgrond ligt een kabel om de printer op de computer aan te sluiten. Dat is nou een ‘parallele printerkabel’. In de beginjaren van de PC had elke printer een Centronix-aansluiting, en elke PC had een DB-25 parallele poort. De printerkabel had aan de ene kant een Centronix-stekker en aan de andere kant een DB-25 stekker.

Dat waren grote, kloeke stekkers met tientallen pinnetjes. De Centronix-aansluiting had beugels waarmee je de stekker vast kon zetten. Aan de andere kant, bij de computer, had de DB-25-stekker een paar schroefjes waarmee je 'm aan de aansluiting kon schroeven. Zo wist je zeker dat de stekkers er goed in bleven zitten.

Vergelijk dat eens met een USB-stekker. Die is nauwelijks groter dan het snoertje.

Centronix-aansluiting en -stekker (rechts) en USB-stekker (links)


Een matrixprinter werkt heel simpel. Zie de foto hieronder. Het papier wordt om de grote zwarte rol geleid. Tussen de printkop en het papier hangt een inktlint. De kop heeft een aantal pinnetjes. Door zo'n pinnetje uit te steken druk je het inktlint tegen het papier; dan komt er daar een stipje op het papier. De kwaliteit is meestal niet zo geweldig, maar het inktlint gaat heel lang mee en de printer zelf is reuze robuust. Maar de herrie is niet om aan te horen. Al met al min of meer het tegenovergestelde van een inkjetprinter, dus.

Printkop en inktlint van matrixprinter


Begin deze eeuw kocht ik maar eens een nieuwe computer. Ik kreeg er van Dell een “foto”printer bij. Volgens de reclame was het een fotoprinter, maar in de doos zat een papiertje dat benadrukte dat het niet meer dan een kleurenprinter was; vandaar de aanhalingstekens. Ik heb er foto's mee afgedrukt, en hoewel de kwaliteit inderdaad niet perfect is, vond ik het best wel acceptabel. Zeker voor een gratis printer. Met deze printer betrad ik ook de wereld van de USB-aansluitingen. Simpel en klein.

Dell “foto”printer


Bij de oude BubbleJet merkte ik al op dat die duur in het gebruik is. Nou, zo'n goedkope kleurenprinter is nog veel erger. Er zitten twee inkt-cartridges in: eentje met zwarte inkt en eentje met drie kleuren. Als in de kleuren-cartridge één van de drie kleuren op is, dan moet je eigenlijk al een nieuwe cartridge kopen. Anders missen de foto's een kleur. En duur dat die cartridges zijn!

Twee printkoppen

Vlucht CI66 is geannulleerd - 6

Het is een paar dagen stil geweest in de serie Vlucht CI66 is geannulleerd. Het is alweer drie dagen geleden dat deel 5 gepubliceerd werd. Het was niet om jullie, mijn lezers, extra lang in spanning te houden. Nee, de reden was heel eenvoudig: het lukte maar niet om contact te krijgen met Lien.

Er zijn in Laos meerdere mobiele-telefoon-netwerken. En die hebben een redelijk goede dekking. En T-Mobile heeft met tenminste één van die netwerken een roaming-overeenkomst. Zo kon ik moeiteloos Lien op haar Nederlandse nummer bellen in Vientiane en in Xieng Khouang. En in Sam Neua zou dat ook moeten werken. Maar in Ban Lao helaas niet, dat had ik zelf al vastgesteld.

Maar na ons laatste gesprek, in Xieng Khouang, nam Lien haar eigen telefoon niet meer op. De eerste paar keer dat ik 't probeerde ging 'ie nog wel over, maar niet zo vaak, en dan kreeg ik voicemail. De latere pogingen kreeg ik meteen een melding dat het nummer niet bereikbaar was.

Nou heb ik ook allerlei Lao-telefoonnummers. Van de zusjes Loun, La en Soi. Van broer ‘Soldaat’ Mai. Maar al die telefoons stonden uit of er werd niet opgenomen. Ik heb nog een paar nummers die Lien ergens opgeschreven had, maar ik weet niet van wie die zijn. Toch maar geprobeerd. Eentje nam op!

Ik heb het al eerder gezegd (in een iets andere vorm): succes bestaat mede om ruimte te maken voor problemen. 't Probleem hier is dat ik niet zo vloeiend Lao spreek. Soms een paar woordjes, dat lukt wel. Maar een telefonische conversatie, over een wat ruisende verbinding, die bovendien een vertraging van één à twee seconden heeft, met een meneer die ook nog terugpraat; dat is iets heel anders.

De meneer wist wel over wie ik het had, dus hij zal wel familie zijn. Met enige moeite kwam ik erachter dat Lien richting Sam Neua was gegaan. Tja, dat wist ik al. Maar hoever was ze nu? Hier hield het gesprek een beetje op.

Later lukte het me om La te bereiken, maar dat leverde eigenlijk hetzelfde op.

Vandaag, aan het begin van de middag, deed ik maar weer een belrondje. Weer veel telefoons die niet overgingen of die niet opgenomen werden. Weer dezelfde meneer bereikt. Nu sprak hij een beetje Engels: “Your wife is to Sam Neua Province”. Nah, de mededelingen zijn tenminste wel consistent. Ik vroeg of hij een telefoonnummer had van iemand in Ban Lao. Hij brabbelde nog wat onverstaanbaars terug, en even later werd de verbinding verbroken. Hmm. Een kwartiertje later werd er gebeld. Het was Lien! Ze zijn ondertussen in Ban Lao.

In het vorige deel van deze serie hadden we Lien en Philip woensdagavond achtergelaten in een hotel in Xieng Khouang. Broer Tham zou ze komen ophalen, maar ze konden hem niet meer bereiken. Vandaag vertelde Lien dat Tham later op de avond in Xieng Khouang was aangekomen. De volgende dag zijn ze naar Ban Lao gegaan.

En zo zijn we aan het einde gekomen van de serie Vlucht CI66 is geannulleerd. Nu moet ik nog met China Airlines gaan praten over de schadevergoeding.

vrijdag 13 juni 2008

Boulderen in de hal

Boulderen is een vorm van klimmen waarbij je hooguit een paar meter omhoog gaat. In de hal leggen ze er een paar dikke matten bij. Zodat, als je valt, er niet zoveel mis kan gaan bij het neerkomen.

Een avondje boulderen in de hal bestaat uit cyclusjes die zich steeds herhalen. Eventueel worden de cyclussen onderbroken door een drinkpauze. Maar waar bestaat nou zo'n cyclus uit? Er zijn 4 fasen.

De eerste fase van een cyclus is het inlezen van een boulderprobleem. De boulderaar gaat tot in detail plannen hoe hij de boulder gaat klimmen. Waar is het begin, en waar is het einde? Waar zitten de grepen, hoe kan je ze vastpakken? Wat voor bewegingen moet je maken, wat voor technieken kan je toepassen? De boulderaar beweegt daarbij vaak zijn lichaam alsof hij al in de wand hangt. Zo ‘voelt’ hij de route alvast. Soms raakt hij een paar grepen aan, om te voelen hoe ze belast kunnen worden.

Als de boulder makkelijk is, of de klimmer overmoedig, dan kan deze fase overgeslagen worden. Of het duurt maar een paar seconden (“ik zie het al, 't zijn allemaal bakken”). Bij wat moeilijkere boulders kan het inlezen al gauw oplopen tot een paar minuten. Zeker als er met mede-boulderaars overlegd wordt over de lastige passages.

Inlezen hoeft niet inspannend te zijn


De volgende fase is de klimpoging. De boulderaar gaat zitten en pakt de begingrepen vast. Boulderproblemen hebben vaak een zitstart. Een staande start komt ook voor, en soms moet je zelfs een sprongstart maken. Hij hijst het lichaam van de grond en voert de geplande bewegingen uit. Deze fase duurt nooit zo lang. Enkele tientallen seconden, hooguit een minuut of twee. Misschien valt de eerste stap al zo tegen dat de boulderaar niet eens in de route komt.

Hmm… mijn planning klopt nu al niet meer


Na het klimmen volgt vaak de val. Goed inlezen is namelijk best wel moeilijk.

De valfase duurt in het algemeen heel kort. Uit een eenvoudige natuurkundige berekening blijkt dat bij een valhoogte van een halve meter de valtijd circa een derde seconde is. In die tijd bouwt de valler een snelheid op van 11 km/h, dus dan is zo'n dikke mat inderdaad wel fijn. Bij een valhoogte van 3 meter bedraagt de valtijd nog steeds slechts zo'n driekwart seconde. De eindsnelheid is dan wel opgelopen tot bijna 30 km/h! Maar het is voor een boulderaar dan ook wel heel hoog als hij met zijn hele lichaam zo ver van de grond is.

Net hing hij nog vol in beeld!


De vierde en laatste fase van de bouldercyclus is het uitrusten. De boulderaar moet fysiek en psychisch herstellen van de mislukte aanval. Hij moet een reden voor zijn val verzinnen die zijn trots minimaal krenkt, en die hij in de richting van zijn mede-boulderaars kan mompelen (“mijn armen zijn helemaal leeg, ik heb al zoveel zware boulders gedaan”, “mijn handen zijn helemaal bezweet en mijn vloeibare pof is op”, “ik heb mijn placebo-schoentjes niet aan”).

De gevallen boulderaar moet wachten voor hij het weer kan proberen, want nu zijn de andere boulderaars aan de beurt. Zo kan hij meteen zijn hersteltijd nuttig besteden: door te kijken hoe al die andere mensen wél moeiteloos boven komen. De herstelfase loopt zo min of meer vloeiend over in de inleesfase van de volgende cyclus.

Of de boulderaar neemt zijn verlies en vlucht naar een makkelijkere boulder, ondertussen grommend dat de vorige onmogelijk is (“zó'n verre dyno, dat kan écht niet”, “die greep is véél te glad, daar kan niemand aan blijven hangen”).

Uitrusten

donderdag 12 juni 2008

Boulderinitiatief

In de buurt van huize Rijstveld is een kinderspeelpleintje. De speeltuigen stonden er alweer een kleine tien jaar, en ze hadden de tand des tijds niet zo goed weerstaan. Daarom, en omdat de populatie kindertjes ietsjes ouder geworden was, besloot de gemeente om het pleintje opnieuw in te richten. En wat hebben ze er neergelegd? Boulderstenen! Wat een leuk initiatief.

Een boulder…


Maar de boulderstenen zijn niet zo groot. Voor kleine kinderen vormen ze misschien nog wel een beetje een uitdaging, maar met een hoogte van zo'n halve meter kunnen de iets grotere kinderen er gewoon bovenop springen. Of 'm als stoel gebruiken. Dan is de klauterconstructie met glijbaan en touwmuur al gauw een stuk interessanter.

…voor kindertjes

woensdag 11 juni 2008

Vlucht CI66 is geannulleerd - 5

We zijn al bij deel 5 van de serie Vlucht CI66 is geannulleerd. Deel vier staat hier.

In het vorige deel hadden we Lien en Philip dinsdagavond achtergelaten in Vientiane, waar ze net de bagage hadden opgehaald. Die nacht hebben ze in een hotel in Vientiane geslapen.

Het vliegtuig naar Sam Neua gaat maar twee keer per week: op dinsdag en op zaterdag. De vlucht van dinsdag hebben ze gemist, en ze willen niet tot zaterdag wachten. Wat nu?

Rond half twee vanmiddag belde ik maar eens naar Lien. Dan is het half zeven 's avonds in Laos. Zoals ik al verwachtte had ze besloten om naar Xieng Khouang te vliegen. Dat is ongeveer halverwege Sam Neua. Ze had broer Tham gebeld; hij zou met de auto naar Xieng Khouang komen om haar op te halen. Maar daarna hoorde ze niets meer van hem, en ze kon hem ook niet meer bereiken. Hmm. Toen zijn ze maar neergestreken in een hotel. Morgen zien ze wel verder.

Puur om 't een en ander een beetje op te vrolijken heb ik een foto van Tham en zijn auto opgezocht. Hopelijk is de situatie morgen zoals op de foto.

De auto van Tham


Ik had gehoopt dat dit het laatste deel in de serie zou zijn. Maar zolang Lien en Philip niet in Ban Lao zijn, is het verhaal nog niet afgelopen. Dus…: Wordt vervolgd.

dinsdag 10 juni 2008

Vlucht CI66 is geannulleerd - 4

Dit is alweer deel 4 in de serie Vlucht CI66 is geannulleerd. Zie het vorige deel om beter te begrijpen waar het om gaat.

Zoals ik eigenlijk al verwachtte was de bagage vanochtend niet bij het vliegveld van Vientiane. En dus konden Lien en Philip nog niet naar Sam Neua.

Lien heeft naar Bangkok gebeld, maar dat leverde niet zoveel op. In de loop van de ochtend vond ik ergens op lufthansa.com een email-adres. Daar heb ik maar eens een vriendelijk mailtje naar gestuurd. Twee uur later kreeg ik een mailtje terug, met een claim code en dit antwoord:

Please be noted now all baggages still negative in Bangkok, we have sent telex to Amsterdam and waiting for the reply.


Lien had ondertussen ook een claim code gekregen. Dezelfde code als die naar mij was gestuurd, wonder boven wonder.

Maar daar was de bagage nog niet mee teruggevonden. Het telefoneren met Laos ging ondertussen ook niet zo makkelijk. Lien probeerde ergens bij een internetcafé goedkoop te bellen. 't Was misschien goedkoop, maar we kregen meestal het geluid maar in één richting, van mij naar Laos. Daar hadden we dus niet zoveel aan.

Maar zo'n anderhalf uur later, lokale tijd in Laos ca. half acht 's avonds, belde Lien. Zij was gebeld vanuit Bangkok. Ze klonk nog niet helemaal overtuigd, maar als ze het goed begrepen had dan zouden de tassen om negen uur in Vientiane zijn! Vlak daarna kreeg ik een mailtje uit Bangkok:

Please be informed that now all baggages are located at Bangkok airport.All are being forward to Vientian airport by TG692/10jun for your collection, flight will arrive Vientian airport at 2110 local time. Sorry for the trouble that may cause to you and your family.


Ik had ondertussen een Internet-pagina gevonden waar ik de claim code kon invoeren. Alledrie de tassen stonden erop, en ze hadden ze blijkbaar inderdaad gevonden: “RECEIVED AT AIRPORT / DELIVERY PROCESS INITIATED”.

Rond kwart voor vijf (kwart voor tien in Laos) belde ik Lien maar weer eens op. En ja hoor, ze had de bagage!

Maar nu moeten ze nog naar Ban Lao, een paar honderd kilometer verderop. Wordt vervolgd.

maandag 9 juni 2008

Vlucht CI66 is geannulleerd - 3

Dit is deel 3 in de serie Vlucht CI66 is geannulleerd. Lees, voor optimale spanning, eerst deel 1 en deel 2.

Lien en Philip zijn maandagmiddag veilig in Bangkok aangekomen. Maar ze moeten nog helemaal naar Ban Lao. De planning daarvoor was oorspronkelijk als volgt:
  1. Maandagochtend vroeg aankomen op het vliegveld van Bangkok.
  2. In de loop van maandag met het vliegtuig van Bangkok naar Vientiane. Er gaan maar liefst 4 vluchten, verspreid over de dag, dus keus genoeg. Ze zouden ook met de bus kunnen gaan, maar dan moeten ze eerst helemaal naar het centrum van Bangkok. Dat ziet Lien niet zitten, met een peuter en (vooral) 40 kilo bagage.
  3. Dinsdagochtend met het vliegtuig naar Sam Neua. Lien had haar familie alvast tickets laten kopen.
  4. Dinsdagmiddag met de auto van broer Tham naar Ban Lao. Dat kost een halve dag, dus dan zijn ze er aan het eind van de middag.
Maar nu hebben ze de bagage niet, en dan valt 't helemaal in duigen. Ze hebben de bagage echt nodig.

Lien belde me vanaf Bangkok International Airport om te klagen dat het niet lukte om de bagage door te laten sturen. Ze wist niet waar ze heen moest en kennelijk wilde niemand haar helpen. Ik legde haar uit waar ze moest zijn, en ze ging het nog maar eens proberen. Het is haar uiteindelijk gelukt: ze heeft geregeld dat de tassen worden nagezonden naar het vliegveld van Vientiane. Met heel veel geluk is 't daar dinsdagochtend al, en dan zou ze weer op het originele schema kunnen zitten.

Later belde ik haar nog maar eens. Ze zat ondertussen toch in de bus naar Vientiane. Ze hoeft immers die tassen niet meer mee te nemen, zodat ze haar handen vrij heeft voor Philip. Het is ook veel goedkoper dan met het vliegtuig: met de bus kost zo'n 25 euro, met het vliegtuig 10 keer zoveel. En het is een nachtbus, zodat ze zich ook nog eens een overnachting in een hotel bespaart.

Maarja, naar alle waarschijnlijkheid heeft ze de bagage niet op tijd om nog met het vliegtuig naar Sam Neua mee te kunnen. En het volgende vliegtuig gaat pas zaterdag. Ze wil natuurlijk niet zolang wachten. Misschien kunnen ze met het vliegtuig naar Xieng Khouang. Dat kan elke dag, volgens Lien. Xieng Khouang is halverwege Sam Neua; dan is het wel te doen om met de bus verder te gaan. Zoiets hebben we eerder gedaan.

zondag 8 juni 2008

Vlucht CI66 is geannulleerd - 2

Hier is, nu al, het tweede deel in de serie Vlucht CI66 is geannulleerd.

Lien en Philip zijn dus omgeboekt. Eerst een vlucht naar Frankfurt, die vertrekt om 20:05 en komt om 21:15 aan. Dan een aansluitende vlucht naar Bangkok, die vertrekt om 22:45. Ze hebben zat tijd om over te stappen. Zelfs voor een vrouw die geen Duits, gebrekkig Nederlands en nauwelijks Engels spreekt. En ook nog een peuter mee moet zeulen.

Lien en Philip moeten niet in hal 3 (gate F zoveel) zijn, maar in hal 2 (gate B09). 't Is toch een groot verschil of je binnen Europa blijft of naar het verre oosten gaat. In hal 3 moest ze meteen door de paspoortcontrole, maar in hal 2 komt eerst de security check, en is de paspoortcontrole pas veel later.

Philip wil graag dat ik mee ga. Dat wil ik ook wel, maar dat kan echt niet. Niks mee te maken, papa moet mee. Ik zeg dat het niet mag van de beveiligingsmeneer, die inderdaad alleen mensen met een paspoort en ticket doorlaat. Die meneer geeft aan dat ik gelijk heb. Ok, dan accepteert Philip het maar. En zwaait even later lief naar me.

Ik neem, van een afstandje, nog een fotootje terwijl ze bij de security check staan. Maar ojee, de security checker komt direct naar me toe. En hij roept dat ik me niet mag omdraaien. Je mag blijkbaar geen foto's maken van de security check, en ik moet de foto wissen! Dat is nog belachelijker dan die hele security check. Maar de foto was eigenlijk een beetje mislukt, dus ik maak er maar geen probleem van. Ik heb al genoeg problemen gehad deze dag.

Daarna ga ik maar weer naar huis. Een paar minuten na 10 uur kijk ik maar eens op Internet of het vliegtuig al geland is. Maar ojee, de vlucht naar Frankfurt was te laat vertrokken en heeft 55 minuten vertraging opgelopen! En dat op een vlucht van 70 minuten. Zo hebben ze nog maar een half uurtje om over te stappen. En ze moeten daar nog door de paspoortcontrole heen, en ze hebben ook nog geen boarding pass.

Het vliegtuig is uiteindelijk zelfs 58 minuten te laat. Al gauw belt Lien me op. Het is een drukte van belang, er zijn teveel passagiers die aandacht willen en te weinig personeel om ze te helpen. Ze vraagt allerlei mensen om hulp, ze laat mij via de telefoon om hulp vragen, maar ze moet wachten. Even later, met nog maar een kwartier tot de geplande vertrektijd, is ze nog geen steek verder. Ik krijg weer iemand aan de telefoon. Deze dame spreekt gelukkig prima Engels, maar ze komt niet helemaal uit de papieren. Ze belooft me dat ze bij Lien blijft en haar zal helpen. Eerst maar naar de transit desk.

Ondertussen zie ik op Internet dat het vliegtuig naar Bangkok wellicht zo'n 15 minuten vertraging heeft. Dat is alvast een beetje een opluchting.

Twintig minuten later, met nog minder dan 10 minuten te gaan voor de vertraagde vertrektijd, belt Lien me weer op. Het ticket enzo was in orde, maar ze moet naar de gate hollen. En het is nog zo ver. En ze is al zo moe. Zou ze het halen?

Dit is spannend, maar niet leuk. Ik voel me heel machteloos. Wat als ze het vliegtuig mist? Hoe lang zou ze dan boos zijn? Zou ze dan wel goed worden opgevangen? Het volgende vliegtuig gaat pas morgenmiddag.

Vijf minuten later belt ze me weer op. “Ik ben bij het vliegtuig. You no worry.” Pff. Het is een heel kort gesprek want ze moet gauw haar mobieltje uitzetten. Maar wel een bijzonder opluchtend gesprekje.

Ik meld op Twitter dat ik nu kan gaan slapen. Maar met al die adrenaline lukt dat niet. Dan maar deze blogpost schrijven.

Internet meldt even later: “En route. Delayed 17 minutes. Departed gate 27 min later than scheduled.”

Zo, nu kan ik wel gaan slapen.

Vlucht CI66 is geannuleerd

Lien en Philip gaan weer voor een maand naar Laos. De aanleiding is niet zo leuk: de vader van Lien is een week geleden plotseling overleden.
  • Eerst maar het goede nieuws: We konden gelukkig op redelijk korte termijn nog redelijk betaalbare tickets krijgen. En dat is meteen bijna al het goede nieuws.
  • Gisteren hebben we ingepakt. En we hebben weer het maximum aantal kilo's bereikt, met veel kleren in drie grote tassen. Daarna kon ik tot 4 uur 's nachts achter de computer zitten, omdat Lien een paar dvdtjes met videofilmpjes van onder meer haar vader wilde meenemen.
  • Vanochtend moesten we op tijd naar Schiphol. Bij het inchecken bleek dat één van de stoelen geblokkeerd was in de computer. We stonden eindeloos te wachten voordat het opgelost was.
  • De paspoortcontrole ging vreemd genoeg moeiteloos. Ik zwaaide Lien en Philip uit, en ik ging weer naar huis.
  • Toen ik thuis was belde Lien op, vanaf de gate. De vlucht was geannulleerd. Er is een technisch defect aan het vliegtuig. Ik ging maar weer naar Schiphol.
  • De gestrande passagiers kunnen met de vlucht van morgen mee; ze mogen vannacht in een hotel slapen. Dan zijn ze dinsdagochtend in Bangkok. Maar dat is te laat voor Lien en Philip: dan missen ze dinsdag het vliegtuig van Vientiane naar Sam Neua! En dat vliegt maar twee keer per week; de volgende gaat pas op zaterdag. Ik ging kijken wat ik nog kon regelen.
  • Ik kon niemand van China Airlines vinden. De dame van de algemene informatiebalie zei dat Lien en Philip vast niet omgeboekt kunnen worden, omdat ze een speciaal tarief hebben. Ze gaf me een telefoonnummer van China Airlines, maar daar werd alleen maar een bandje afgespeeld. Het bandje noemde een nummer voor urgente gevallen, maar daar werd helemaal niet opgenomen.
  • De informatiedame had ons doorverwezen naar ‘deur 16’, de plek waar de hotels geregeld werden voor gestrande passagiers. Daar gingen we dus maar naartoe, in de hoop dat daar iemand van China Airlines zou zijn. Maar de bewaker wilde mij niet doorlaten: alleen mensen met een paspoort en een boarding pass. Dat Lien onvoldoende Nederlands (en helemaal geen Engels) spreekt om ons probleem effectief te bespreken was niet zijn probleem. Na een boel aandringen zou hij wel even iemand erbij roepen. Nadat hij dat gezegd had, nam hij heel ontspannen nog een slok uit zijn beker koffie. Hij maakte geen enkele aanstalten om op te staan ofzo. Het bleek dat hij rustig ging wachten tot er toevallig iemand voorbij zou komen lopen die ons kon helpen.
  • Gelukkig (voor hem) kwam er al gauw een KLM-juffrouw in zicht. Die kon me vertellen dat ze daar eigenlijk alleen maar de hotels konden regelen. Ze verwees me door naar de ticketbalie van de KLM, misschien dat ze daar iets konden regelen of iemand konden vinden.
  • Met de moed der wanhoop naar de ticketbalie van de KLM. De dame daar wist moeiteloos een vertegenwoordigster van China Airlines te bereiken. En die gaf meteen toestemming voor omboeken, naar een willekeurige maatschappij! De ticketbaliedame boekte meteen twee vluchten bij Lufthansa: eerst naar Frankfurt, dan door naar Bangkok. Zo komen Lien en Philip maandagmiddag in Bangkok aan, en dan kunnen ze de avondvlucht naar Vientiane nemen. Dan zijn ze op tijd voor het vliegtuig naar Sam Neua.
  • Maar een belangrijk doel van elke oplossing is het maken van ruimte voor nieuwe problemen. In dit geval bleek dat de al ingecheckte bagage hoe dan ook met de volgende vlucht van China Airlines mee gaat. En dus pas dinsdagochtend in Bangkok is. Lien was al niet zo blij, maar zo raakte ze helemaal ontstemd.
  • Uiteindelijk werd het duidelijk dat Lien maandagmiddag, als ze in Bangkok aankomt, moet regelen dat de drie tassen nagezonden worden. Bij de ticketbalie van Lufthansa. Maar waar moet 't naar toe? Lien heeft er niet zoveel vertrouwen in dat de bagage in Ban Lao terecht zal komen, een klein dorp ergens ver weg in Laos. Zeker niet op korte termijn.
Wordt vervolgd.

Wat een vreselijke dag. Ik had gisteravond al hoofdpijn, en die is vandaag niet echt weg geweest.

zaterdag 7 juni 2008

Fietsband oppompen

Zoals de oplettende lezertjes van dit blog weten heeft Philip een fiets. Daar is hij heel blij mee, hij fietst er graag op.

Hij doet ook graag zelf het onderhoud. En hij toont voldoende initiatief. Zo besloot hij vandaag dat de banden opgepompt moesten worden. Die waren inderdaad een beetje zacht. Nou zijn de banden van zo'n kleine fiets niet zo groot, dus die zijn gauw volgepompt. Althans, als ik hem help, want zelf is hij nog niet sterk genoeg om de pomp effectief te laten pompen.

Band oppompen

Tuin fatsoeneren - een maand later

Begin vorige maand heb ik een poging gedaan om mijn tuin te fatsoeneren. Dat was hard nodig. Ik had er daarna niet meer zoveel tijd voor, en het is nog lang niet klaar. Maar de voortuin zag er al redelijk netjes uit.

Ik had daar cacaodoppen gestrooid. Dat zou moeten helpen tegen onkruid. Nou, dat valt een beetje tegen.

Cacaodoppen, en toch onkruid


Heb ik het onkruid (en het gras) niet grondig genoeg verwijderd? Heb ik een te dunne laag cacaodoppen gestrooid? Of werken de doppen niet zo goed als geadverteerd? Nah, ik heb in ieder geval weer wat de doen.

donderdag 5 juni 2008

Hobbes


Dit is een foto van Hobbes. Ik gebruik deze foto als test voor het bloggen vanaf mijn nieuwe mobieltje.

dinsdag 3 juni 2008

Chips eten om groot te worden

Uit mijn dagboek van de vakantie in Laos, dinsdag 25 maart:
Lien had gisteren een paar kleine zakjes chipjes gekocht. En dat lust Philip wel. Let op: alles wat je zegt zal tegen je gebruikt worden. Als Philip moet eten dan zeg ik wel eens dat hij daardoor groot wordt. Dus wat zei hij vanochtend? “Philip moet groot worden. Philip moet eten. Chips.”

Onvermoede verbanden

Mijn werkgever heet ICT. Ik heb me ooit laten vertellen dat dat staat voor Industriële Computer Toepassingen. Dus niet eens Informatie en Communicatie Technologie.

Mijn vriendin komt uit Laos. Dat was onderdeel van het vroegere Indochina, samen met Vietnam en Cambodja.

Wat hebben die twee dingen nou met elkaar te maken?

Meer dan ik dacht. Vanochtend voerde ik een afspraak in in mijn web-based agenda. Daarbij kan ik in één keer de tijd en de omschrijving opgeven. Dus ik schreef zoiets als dit: 11:15-11:20 ICT bellen i.v.m. …. De afspraak werd netjes aangemaakt, op de juiste tijd. Maar tot mijn verbazing waren de letters ICT verdwenen!

Wat blijkt: ICT is een bestaande afkorting voor een tijdzone. De Indochina Time, UTC+7. Tegenwoordig beter bekend als Bangkok Time.

Vreemd genoeg werd de afspraak om 11:15 lokale tijd (UTC+1DST) aangemaakt in mijn agenda. Dus de tijdzone ICT wordt genegeerd. Hmm.