Ik heb ergens halverwege de jaren 80 op de HTS kennis gemaakt met Internet. De HTS had een inbelverbinding. Niet zodat ik van thuis naar de HTS kon inbellen, maar zodat de HTS bij een andere instelling kon inbellen. Dat gebeurde elke nacht, en dan werd email en ‘Usenet news’ uitgewisseld. We hadden een supersnel modem: een Telebit Trailblazer. Die kon wel 18.000 bits per seconde doen (dat is, in hedendaagse termen, minder dan 0,02 Mbit/s).
Eind jaren 80, begin jaren 90 kon ik wel inbellen bij de HTS. Ik had een betaalbaar modem, en die deed 2400 baud. Dat is 9600 bits per seconde (bijna 0,01 Mbit/s). Net voldoende voor interactief email en news lezen. HTTP en browsers waren er toen nog niet, en als er al plaatjes op Internet te vinden waren dan waren dat foto's van jongedames. Een plaatje zegt meer dan 1000 woorden, maar voor een plaatje van een beetje acceptabele kwaliteit heb je ook meer bytes nodig dan voor die 1000 woorden. Als je dat combineert met de ‘snelheid’ van de verbindingen van destijds dan snap je wel dat we niet zoveel met plaatjes deden.
In de jaren daarna werden de modems steeds sneller. Op een gegeven moment nam ik zelfs een ISDN-aansluiting. Toen had ik maar liefst 64.000 bits per seconde (zo'n 0,06 Mbit/s)! Fasten your seatbelts!
Een jaar of vijf geleden (ik weet het niet meer zo precies) begon ik aan ADSL. Eindelijk was ik thuis altijd online. En weer een stuk sneller.
Maar eigenlijk wordt de Internet-verbinding helemaal niet sneller. Integendeel: 't wordt steeds langzamer. Er moeten namelijk steeds meer bits heen en weer geduwd worden. Vroeger waren we tevreden met email, die toen alleen maar uit tekst bestond, zonder attachements. En nu? We versturen foto's, video's, en andere enorme bestanden. Zo wordt de verbinding gevoelsmatig steeds langzamer. Alleen al om dat te compenseren moeten we eens in de zoveel tijd een snellere verbinding nemen.
zondag 29 juni 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten