Philip kan uitstekend tellen. En dat doet hij graag. Hij gaat spontaan het aantal politieagenten op de stoep tellen (drie). Of het aantal zitplaatsen in de auto (vijf).
In tegenstelling tot sommige oude culturen heeft hij geen enkele moeite met het begrip ‘nul’. Hij weet dat 't vòòr de één komt. Maar dat wil niet zeggen dat hij ‘nul’ helemaal goed begrijpt. Soms, als hij wel moet maar niet wil gaan slapen, roept hij “eerst nog nul keer spelen!”
In de andere richting telt hij het liefst tot negentien. Hij kan wel verder, maar dat is nog een beetje moeilijk. Dan is het altijd wel fijn als papa helpt. En precies daar was laatst een doorbraak: hij heeft geëxtrapoleerd. Er is één-en-twintig, twee-en-twintig, drie-en-twintig, et cetera. Dus na de negentien komt…: nul-en-twintig.
zaterdag 9 mei 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Superleuk en ontken het maar eens :-)
BeantwoordenVerwijderen