Philip zit achterin de auto. Hij heeft net een snoepje uit de tas van mama opgegeten. Hij wil nog wel zo'n snoepje. Maar mama zegt dat de snoepjes op zijn. Philip weet zeker dat er nog snoepjes in de tas zitten (en hij heeft gelijk, hoor). Dus zegt hij: Tas geven!
Philip begrijpt nog niet zoveel van geopolitiek (of juist wel?). Opa en oma gaan op vakantie naar Amerika, maar Philip heeft het consequent over Irakerika.
Philip zit in bad en wil er (natuurlijk) niet uit. Mama zegt: "Zeg maar dag tegen het water". Philip: "Philip kan niet praten".
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten