zondag 23 oktober 2011

Klimmen in de Ardeche

Zondag

Ik was dus op zondagochtend aangekomen bij de gite. Na de hele nacht in de auto was ik niet bepaald fit. De andere deelnemers waren de avond tevoren gearriveerd, en waren na een nacht in een echt bed wel goed uitgerust. Dus zij gingen lekker klimmen, terwijl ik ging herstellen.

Ze waren naar een graniet-gebiedje gegaan. 't Was gemakkelijk gewaardeerd, ik hoorde ze enthousiast praten over de zesjes die ze gehaald hadden. (Dat is klimtaal. Een klimroute heeft een waardering, waarmee aangegeven wordt hoe moeilijk die is. Een route met moeilijkheidsnivo zes is meestal best wel pittig. Als zo'n route toch niet zo moeilijk blijkt te zijn, dan zeggen we dat 'ie gemakkelijk gewaardeerd is.)

Verschillende gesteentes hebben verschillende eigenschappen. Zo is graniet meestal heel ruw en compact. Ruw is fijn, want dan glij je niet zo gauw weg. Compact is juist lastig, want dan heb je minder grepen waar je vast kan houden of op kan staan. Kalksteen kan ook ruw zijn, maar het wordt glad als er veel op geklommen wordt. Het heeft wel vaak allerlei uitsteeksels en gaten. Zandsteen is meestal zacht en brokkelt af, en is daardoor vaak door dit soort erosie heel erg afgerond; dat geeft minder grip. Dat soort dingen maken heel veel verschil voor klimmers.

Maandag

Maandag ging ik voor 't eerst mee klimmen. We gingen naar een gebiedje met kalksteen. Althans, de anderen gingen daarnaartoe. Ik moest eerst met vrouw en kind boodschappen doen. Dat bleek niet zo'n heel groot nadeel te zijn, want de anderen hadden een hele tijd moeten zoeken waar het gebiedje nou ergens was. Terwijl ik hen vrij gauw vond, toen ik het busje geparkeerd zag staan. Ze waren nog maar net begonnen toen ik kwam.

Het was een leuk gebiedje. Niet zo heel hoog, en 's middags lekker in de zon. De routes waren redelijk goed gewaardeerd. Ik heb al een hele tijd niet geklommen, en ik kwam zonder al te veel moeite door een 5c heen. Dat klopt dan wel.

Dinsdag

De volgende dag gingen we weer naar graniet. Daar heb ik niet zoveel ervaring mee, en dat is dan meteen een stuk lastiger. Ik begon met een 4b, en daar had ik het eigenlijk best wel moeilijk mee. Bovendien hield de route opeens op! Althans, er waren geen haken meer. Als ik door wilde klimmen dan moest ik uitwijken naar een route ernaast. De route links was een volle graad moeilijker, en daar had ik nog geen zin in. En in de route rechts waren Aad en Eric bezig. Nah, ik liet me maar zakken. De topo (het boekje waarin de routes staan beschreven) klopte niet echt goed met de realiteit.

Later op dag ging het gelukkig beter met mijn klimnivo. Het lukte me om een 5c voor te klimmen, zij het met wat geweld en gevloek. Naast die 5c zat een 5b, en daar hing toevallig al een touw, zodat ik besloot om de 5b te topropen. Nou hoort een 5b makkelijker te zijn dan een 5c. In die 5b zat echter al vrij gauw aan het begin een sleutelpassage die me niet in één keer lukte, zelfs niet in twee keer. Het kostte me meerdere pogingen om er netjes doorheen te komen. Remy heeft 't met een handjam opgelost, maar ik hou niet van jammen - ik ben altijd bang dat ik dan val en een vinger achterlaat, ofzo.

(Alweer klimtaal. Bij toprope hangt er al een touw helemaal naar boven. Bij voorklimmen neem je het touw zelf mee naar boven, en hang je 't om de paar meter aan een haak. Met voorklimmen kan je dus een stuk verder vallen dan met topropen. En als er voor pakweg de derde haak een sleutelpassage (een moeilijk stukje) zit, dan loop je soms het risico op een grounder - dat wil zeggen, dat je op de grond valt. Jammen houdt in dat je bijvoorbeeld een hand in een spleet steekt, en dan je arm verdraait, waardoor je hand zó klem komt te zitten dat je eraan kan hangen. Jammen doet pijn.)

Woensdag

We hadden de weersvoorspelling gezien, en die zei dat het woensdag zou gaan regenen. En dat gebeurde ook. En als het regent dan kan je niet zo fijn klimmen. Het probleem is misschien niet eens dat je zelf nat wordt; het is veel vervelender dat de rots nat wordt. Die wordt dan heel glad. Bovendien wordt het touw ook nat, en dat zekert niet zo fijn. Dus wat gaan klimmers dan doen? Naar een klimwinkel. Of iets wat daarvoor doorgaat. We gingen naar de Decathlon in Montélimar. Er werd echter niet zoveel gekocht. Lukien zei al een paar dagen dat ze een opvouwbaar krukje wilde kopen, maar toen het puntje bij het paaltje kwam had ze toch geen belangstelling (te zwaar, zei ze). Ik zag een leuk stijgklemmetje: de Wild Country Ropeman. Helaas hadden ze alleen de Mk1, en die is alleen voor touw van minstens 10 mm. Uiteindelijk heb ik alleen een ballenpomp gekocht, en een stapel kleren voor vrouwlief.

Na de Decathlon zijn we door het centrum van Montélimar gaan wandelen. 't Is een leuk stadje, maar ongetwijfeld veel leuker als het niet regent. We hebben wat gedronken, we hebben een paar winkeltjes bekeken, en toen zijn we maar weer naar huis gegaan. Via de Super U ergens langs de weg naar Privas. Dat is zo'n typisch Franse megasupermarkt, waar je niet alleen eten kan kopen, maar ook kleren, magnetrons, speelgoed, et cetera. Vrouwlief vind het reuze jammer dat ze niet zulke winkels in Nederland hebben.

Donderdag

Donderdag was voor mij de laatste klimdag. We gingen naar een gebiedje met grès. We hadden eigenlijk geen idee wat voor gesteente dat was (zelfs onze oudgediende Aad niet); het enige wat ik zo gauw op Internet vond was dat het een soort sedimentair gesteente is. Later zag ik dat het vertaald wordt als zandsteen. Maar het was niet het zachte zandsteen dat we van bijvoorbeeld Berdorf kennen; het was hard, ruw en scherp, en met veel kristallen en kiezels erin. Er zaten allerlei kleine en grote richeltjes op, en er zaten en gekke gaten in, van éénvingergaten tot megabakken.

Dit was maar een klein gebiedje, net zoals de andere gebiedjes eigenlijk. Er waren maar enkele tientallen routes. En dat waren ook nog vooral makkelijke routes: viertjes en vijfjes. Er was maar een handjevol zesjes (waarvan maar één 6b en één 6a+, als ik het goed gezien heb). De rest was allemaal makkelijker. De routes waren ook niet erg lang, 't was bijna boulderen. Er zaten wel wat uitdagende problemen bij, en ik heb me er prima vermaakt. Jammer alleen dat het op het noorden ligt, zodat het best wel koud was. Lukien klom met een regenbroek en twee lagen dons. Nou was dat dons misschien wat overdreven, maar toen ik een tijdje in de wind stond te zekeren kreeg ik het ook koud, terwijl ik drie shirts, een fleecetrui en een softshell aan had.

't Was voor mij de kortste Rocksport ooit. Donderdagavond vertrok ik alweer naar huis met vrouw en kind. Vrijdag overdag lag ik uit te slapen, terwijl de andere klimmers lekker in de zon op een groot kalkmassief aan het klimmen waren (als de weersverwachting uitgekomen is en de plannen doorgegaan zijn).

zaterdag 22 oktober 2011

Klimmen in de Ardeche - de inleiding

Ik ga alweer heel wat jaartjes elk voorjaar en elk najaar een weekje klimmen in het zuiden van Frankrijk of daaromtrent, met mijn klimvriendjes uit Den Haag. We noemen dat de Rocksport. Maar het is me alweer twee jaar niet gelukt om daar iets over te schrijven op dit blog. Ik heb 't wel geprobeerd, maar er kwam niks leuks uit mijn toetsenbord. Laat ik nu weer eens een poging wagen.

Het reisdoel was dit najaar de Ardeche, waar iedereen voorbij rijdt over de Autoroute du Soleil. Jan, de organisator, had een goed uitgeruste gite gehuurd, vlakbij Privas. En in zijn wervende verhaaltje op de website van de NKBV-regio had hij nog enthousiast geschreven dat het er zo´n twintig graden is overdag, en dat de klimgebiedjes aan riviertjes liggen. De zwemkleding moest dus mee.

Maar ik moet bij het begin beginnen. Afgelopen voorjaar waren we naar de Ecrins, en dat was een geslaagde Rocksport. Fijne rotsen, goed weer, gezellige reisgenoten enzo. Maar ik had, zoals meestal, vrouw en kind thuis gelaten. En die vonden dat toch niet zo leuk. Dus dit najaar besloot ik om ze weer eens mee te nemen. Ik had ze één keer eerder meegenomen. Toen had een andere klimmer ook zijn aanhang (vrouw en baby) meegenomen. Dat was leuk voor mijn aanhang; zo bleven ze niet helemaal alleen achter op de camping.

Dit najaar was er verder geen aanhang. Ik hoopte daarom dat het huisje waar we gingen logeren zo´n beetje op loopafstand van een stadscentrumpje ofzo zou zijn. Want ik kan ze niet zo goed meenemen naar de rotsen, en ze de hele week in een afgelegen hutje laten zitten is ook niet leuk.

Tot zover de inleiding van deze inleiding.

Er waren weinig deelnemers. Er zouden meer mensen mee gaan, maar de één kon op het laatst geen vrij krijgen, de ander had een ziek familielid, en nog zo wat. Er bleven maar zeven klimmers over.

Ik reed in mijn eigen auto, met vrouw en kind, en de anderen gingen in een busje. Het busje was zaterdagochtend vertrokken, zodat ze zaterdagavond bij de gite waren aangekomen. Ik vertrok zaterdagavond en reed de hele nacht door op een kopje koffie en een blikje red bull. Zondagochtend kwamen we helemaal gaar in Privas aan. Waar bleek dat de gite niet op het adres was dat ik op de website van de gite gevonden had.

Na betere bestudering van de website vond ik gelukkig al gauw een ander adres. Althans, een groene stip op een kaartje. De in mijn auto ingebouwde navigatiemachine kende geen straten aldaar, maar het navigatieprogramma van Google Maps wel. Ik stelde de bestemming in, en Google Navigate ging mij enthousiast begeleiden. Het bleek al gauw dat de gite ietwat afgelegen lag. Ik moest al na een paar kilometer van de brede asfaltweg af. De weggetjes werden steeds kleiner, steiler en hobbeliger, tot het niet veel meer was dan een bergpaadje dat maar net breed genoeg was. De breedte (c.q. het gebrek daaraan) was niet het grootste probleem. Ook de steilte lukte nog wel. Maar de keien werden toch echt wel een probleem. Ik vreesde elk moment dat de auto vast zou lopen. Een Prius is echt niet een terreinwagen. Vrouwlief werd ook steeds zorgelijker - en dan druk ik me heel voorzichtig uit.

Uiteindelijk besloot ik maar om Jan te bellen. Ja, ik moest een klein weggetje hebben, met twee strookjes asfalt, voor elk wiel één, en wat gras ertussen. Nou, ik zag geen gras, en al helemaal geen asfalt, dus toen wist ik vrij zeker dat ik verkeerd zat. Het lukte om nog een klein stukje door te rijden, en toen kon ik omdraaien. Na nog een paar keer met Jan te hebben gebeld vond ik uiteindelijk de gite.

De gite lag dus écht wel afgelegen! Eerst een slingerweg vanuit Privas, de bergen in. Na heel wat kilometers en een aantal gehuchten een kleine (maar nog goed berijdbare weg) op. Na drie kilometer kwam het kleine weggetje waar Jan het over had. Dat slingerde zich nog eens drie kilometer de berg op, en toen pas kwamen we bij de gite aan. Het uitzicht was wel erg mooi, maar afgezien van een paar zendmasten was er daar werkelijk helemaal niets, en ook niets in de buurt. Vrouwlief was na een nacht in de auto al niet meer zo lief, en met het vooruitzicht van een week alleen met een kind in een afgelegen hutje vreesde ik voor een ernstige relatiecrisis. Gelukkig had ik de Wii meegenomen, zodat er nog enig vermaak was (in ieder geval voor zoonlief). En na een paar dagen was haar humeur al een stuk verbeterd (vooral omdat ze haar slaaptekort prima kon inhalen, denk ik). Om de pijn te verzachten besloten we uiteindelijk wel om een dag eerder terug te gaan.

vrijdag 21 oktober 2011

Happie-boekje

Donderdagavond laat, in Frankrijk, bij de McDonalds. Philip krijgt een kadootje bij zijn eten: een pak kwartetkaarten. Maar dat kadootje wilde hij niet hebben, hij wilde het ruilen. Ik legde hem uit dat hij dan naar een McDonalds-dame moest lopen en "changé" moest zeggen. Zo gezegd, zo gedaan, en met succes: hij kwam terug met een soort tekenboekje met invulspelletjes. Incusief potloodje.

Vrijdagavond, thuis. Philip zit op de bank met zijn tekenboekje. Hij heeft het over zijn happie-boekje. Ik dacht nog, waarom noemt hij 't nou zo. Ach, bij de McDonalds neem je hapjes van je eten, dus dat zal 't wel zijn. Maar toen zei Philip dat dat op zijn boekje stond. Eh? Hoe heeft hij het voor elkaar gekregen om bij een McDonalds in Frankrijk een boekje met een nederlandse tekst op de voorpagina te krijgen? Vol trots liet hij zien dat hij het goed gelezen had, en er stond inderdaad happy op. De kindermaaltijd van McDonalds heet immers ook het happy meal.