Dit stukje heet weliswaar ‘Philip 's ochtends’, maar eigenlijk begint het al op de avond daarvoor met deze dialoog:
Philip: Papa, moet ik morgen naar school?
Ik: Ja.
Philip: Maar dat wil ik niet, dus ben ik ziek.
De volgende dag verslaap ik me een beetje. Philip komt even na half acht onze slaapkamer binnenwandelen. Hij kruipt bij ons in bed. Ik draai me nog één keer om, en dan sta ik op.
Ik: Ik ga nu opstaan. En jij moet zo ook opstaan.
Philip: Nee, want ik wil niet naar school. <kuch> Zie je wel, ik ben ziek.
Ik: Ga je mee naar beneden?
Philip (helemaal blij): Mag ik dan Wii spelen?
Natuurlijk mag dat niet. Even later draag ik een hevig protesterende kleuter naar beneden.
Philip mag 's ochtends altijd Cartoon Network kijken terwijl hij zijn ontbijt naar binnen werkt. Maar vanochtend wil hij dat niet. Hij wil best wel een boterham opeten, maar ik mag geen boterham voor op school klaarmaken.
Dan besluit hij dat hij de boterham boven wil opeten, bij mama in de slaapkamer. Dat mag, waarom niet. Hij gaat heel lief doen voor mama: hij biedt haar stukjes brood aan, geeft kusjes, zegt hoeveel hij wel niet van haar houdt. Ongetwijfeld in de hoop dat zij z'n ziekmelding wel accepteert. Helaas mislukt de strategie. Even later draag ik weer een hevig protesterende kleuter naar beneden.
Philip begint te begrijpen dat hij écht naar school moet. Hij protesteert steeds minder. Het lukt me om hem aan te kleden. En daarna keurt hij de inhoud van zijn rugzakje goed (een koekje plus drankje voor de kleine pauze, en een lunchpakketje voor tussen de middag).
Niet veel later zijn we op school. 't Is al bijna half negen, en bijna alle kindertjes zijn er al. Gelukkig is er nog een leeg stoeltje van het juiste type. En dan moet papa gauw naar werken gaan (zegt Philip).
dinsdag 17 maart 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten