Niet zo lang geleden berichtte ik over de gevreesde waarom-fase. En dat antwoord geven op “waarom” zo zinloos lijkt. Ik heb een oplossing gevonden. Iets wat lijkt te werken. Ik geef namelijk gewoon een goed inhoudelijk antwoord. Neem als voorbeeld deze hypothetische conversatie:
Ik: “Hmm, het regent.”
Philip: “Waarom regent het?”
Ik: “Er zit water in de lucht. Meestal als gas. Als het nou wat kouder wordt, dan kan een deel van dat gas in hele kleine druppeltjes veranderen. Die druppeltjes zijn zo klein en licht dat ze blijven zweven. Als er genoeg van die kleine druppeltjes bij elkaar in de buurt zijn, dan kan je ze zien: dat zijn wolken. Maar een paar kleine druppeltjes kunnen samen een grotere druppel worden. Zo kunnen ze ook te zwaar worden om nog te blijven zweven. Dan vallen ze naar beneden. En dat is nou regen.”
Zo'n oratie van mij heeft ten eerste als gevolg dat Philip even zijn mond houdt. Want hij luistert toch wel naar me. Meestal is hij daarna zijn belangstelling voor het onderwerp kwijt, en gaat hij iets anders doen. Of hij gaat eens even heel diep nadenken over wat papa nou allemaal brabbelde, meestal met een wat verward of vragend gezicht. Alleen als hij echt in een dwarse bui is antwoordt hij met “waarom?”
vrijdag 19 december 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten