zondag 29 maart 2009

Buitenlanders

Buitenlanders, ze zien er allemaal hetzelfde uit. Ze kunnen zelfs elkaar niet uit elkaar houden. We gaan lunchen bij Konotori, een Chinees restaurant in Den Haag. Het personeel twijfelt geen seconde: ze spreken Lien meteen in het Chinees aan. Maar dat is niet zo zinvol, want ze spreekt nauwelijks meer Chinees dan ik. En ik spreek helemaal geen Chinees.

donderdag 26 maart 2009

Philip wil niet gezond

Vorige week, 's ochtends, op een doordeweekse dag. Ik plukte Philip uit zijn bed. Maar ojee, hij moest steeds hoesten, en het klonk niet zo goed. Hij was al een paar dagen een beetje aan het kuchen, en het werd steeds erger. Hij was bovendien nogal warm; misschien had hij wel koorts. Ik besloot dat hij niet naar school hoefde. Hij mocht een dagje thuis blijven.

Dat vond Philip wel goed. Hij wilde niet in bed blijven liggen. Nee, hij greep de gelegenheid om de hele dag met de Wii te spelen met beide handen aan. Dus terwijl ik mijn lunchpakketje aan het smeren was, zat de kleuter op de bank. Ik weet niet meer welk spelletje hij speelde, 't zal wel Mario Kart zijn geweest.

Toen zei hij opeens: “Ik wil niet gezond, dan krijg ik het warm.” 't Duurde even voordat ik die uitspraak ontcijferd had. Wat was het geval? De gordijnen waren half open, en hij zat in de zon. En dat wil hij nooit, dat is om de één of andere reden vreselijk. Je krijgt het in ieder geval warm als je in de zon zit. Ik deed de gordijnen dicht, en Philip was helemaal tevreden.

dinsdag 17 maart 2009

Philip 's ochtends

Dit stukje heet weliswaar ‘Philip 's ochtends’, maar eigenlijk begint het al op de avond daarvoor met deze dialoog:

Philip: Papa, moet ik morgen naar school?

Ik: Ja.

Philip: Maar dat wil ik niet, dus ben ik ziek.

De volgende dag verslaap ik me een beetje. Philip komt even na half acht onze slaapkamer binnenwandelen. Hij kruipt bij ons in bed. Ik draai me nog één keer om, en dan sta ik op.

Ik: Ik ga nu opstaan. En jij moet zo ook opstaan.

Philip: Nee, want ik wil niet naar school. <kuch> Zie je wel, ik ben ziek.

Ik: Ga je mee naar beneden?

Philip (helemaal blij): Mag ik dan Wii spelen?

Natuurlijk mag dat niet. Even later draag ik een hevig protesterende kleuter naar beneden.

Philip mag 's ochtends altijd Cartoon Network kijken terwijl hij zijn ontbijt naar binnen werkt. Maar vanochtend wil hij dat niet. Hij wil best wel een boterham opeten, maar ik mag geen boterham voor op school klaarmaken.

Dan besluit hij dat hij de boterham boven wil opeten, bij mama in de slaapkamer. Dat mag, waarom niet. Hij gaat heel lief doen voor mama: hij biedt haar stukjes brood aan, geeft kusjes, zegt hoeveel hij wel niet van haar houdt. Ongetwijfeld in de hoop dat zij z'n ziekmelding wel accepteert. Helaas mislukt de strategie. Even later draag ik weer een hevig protesterende kleuter naar beneden.

Philip begint te begrijpen dat hij écht naar school moet. Hij protesteert steeds minder. Het lukt me om hem aan te kleden. En daarna keurt hij de inhoud van zijn rugzakje goed (een koekje plus drankje voor de kleine pauze, en een lunchpakketje voor tussen de middag).

Niet veel later zijn we op school. 't Is al bijna half negen, en bijna alle kindertjes zijn er al. Gelukkig is er nog een leeg stoeltje van het juiste type. En dan moet papa gauw naar werken gaan (zegt Philip).

maandag 9 maart 2009

Eerste indrukken van de Prius

Mijn ongeduld is eindelijk beloond: afgelopen zaterdag hebben Philip en ik de nieuwe auto opgehaald. We moesten helemaal in Groningen zijn. Gelukkig heeft ICT een vestiging in Groningen, en daar kon ik de Peugeot inleveren. De heenreis konden we dus met de Peugeot doen. De Toyota-dealer kwam ons ophalen voor het laatste stukje.

Oud en nieuw


Ik heb 'm nu drie dagen. Ik heb heel wat eerste indrukken opgedaan. Er staan misschien wat veel negatieve dingen bij, maarja, die vallen me het meest op. Ik ben desondanks heel blij met de nieuwe auto.

Negatieve punten:
  • De achterruit is een beetje klein. Bovendien bestaat 'ie uit twee delen. Daardoor is er een horizontale balk waar je niet doorheen kan kijken. Vooral de richtingaanwijzerlampjes van de auto's achter me zijn daardoor niet altijd even goed te zien. 't Viel me eigenlijk pas in het donker op.
  • De buitenspiegels klappen niet vanzelf dicht. Ik moet het met de hand doen.
  • Het stuur is wel in hoogte verstelbaar, maar kan niet naar voren of naar achteren. Dat was me bij de proefritten ook al opgevallen, dus daar mag ik niet over klagen.
  • Het bedieningspookje van de cruise control draait mee met het stuur. Als ik een bocht maak dan kan ik 'm niet meteen vinden.
  • De cruise control toont de ingestelde snelheid niet. Ik moet de cruise control vastzetten op het moment dat de auto de gewenste snelheid heeft. In de Peugeot kon ik de gewenste snelheid instellen, en dat was toch wel handig.
  • Het navigatiesysteem roept net wat andere aanwijzingen, op net andere momenten, dan de TomTom. Ik vind dat het navigatiesysteem vaak dingen net ietsjes te laat roept. En 't werkt niet zo intuïtief als de TomTom. Daarnaast was de route van huis naar de klimhal bepaald sub-optimaal.
  • Hij roept ‘piep, piep, piep’ als 'ie in z'n achteruit staat.
  • Het automatisch achteruit inparkeren doet het wel, maar dan moet je de auto wel op de juiste plek zetten enzo. Valt niet mee.


Neutrale punten:
  • Ik moet nog aan de voice control wennen. Als ik roep dat de airco aan moet, dan stelt 'ie mijn thuisadres in bij het navigatie-systeem. Als ik roep dat de radio aan moet, dan doet 'ie de airco uit. Als ik roep dat ik de airco op twintig graden wil, dan zet 'ie 'm op dertig graden. Et cetera.
  • Het verbruik bij 120 km/h op de snelweg (met tegenwind en airco aan) was 7,5 liter per 100 km (zo'n 13,3 km per liter). Dat viel me wel wat tegen. Maar het verbruik in de stad en in de file is veel beter (uiteraard).


Positieve punten:
  • De voorruit is lekker groot. Ik heb goed zicht rondom.
  • De buitenspiegels zijn ook lekker groot.
  • De achteruitkijk-camera is erg handig.
  • Ik hoef niet meer te schakelen, en dat bevalt me prima. Ik moet me nog wel af en toe inhouden, want ik probeer soms op het koppelingspedaal te trappen, of de versnellingspook te pakken.
  • Philip mocht in de Peugeot op de voorstoel (in zijn eigen kinderstoeltje). Maar hij kan steeds beter bij allerlei knopjes. En in de Prius is dat nog veel erger. Gelukkig zit er een veiligheidshandleiding bij de Prius, en nu begrijpt en accepteert Philip dat hij niet voorin in de Prius mag.

dinsdag 3 maart 2009

Weer ondergronds - II

Dit is deel twee van het speleo-weekend-verslag. Hier is deel één.

We hadden zaterdag in een steengroeve allerlei speleo-technieken geoefend. Die gingen we zondag in praktijk brengen.

We vertrokken zondagochtend rond tien uur. We gingen eerst nog even een kleine grot bezichtigen. Om in de stemming te komen. En om Mechteld, die niet meeging de echte grot in, toch nog even het grotgevoel te geven. In deze grot konden we gewoon wandelen, zonder te hoeven kruipen en zonder vies te worden. We hadden alleen maar helm en lampje nodig. Deze grot was al vanaf heel lang geleden in gebruik; onder meer tijdens oorlogen en door holenberen. Maar nu woonde er niemand meer.

Parkeren in de modder
Daarna door naar de ‘echte’ grot: de Chantoir de Ronsombeux. Dat is een grot in de buurt van Bomal-sur-Ourthe. We moesten de auto's in een modderpoel parkeren, zodat we al vies waren voordat we de grot zelfs maar gezien hadden.

We bereidden ons bij de parkeerplaats helemaal voor: nog even plassen, regenpak aan, gordel om, laatste hapje eten et cetera. Als je goed op de foto kijkt dan zie je dat Floor al direct uit zijn regenbroek scheurde. Maar dat mocht de pret niet drukken.

Ingang
En dan op naar de ingang van de grot. Die ingang was nog een best eind lopen. We kwamen uiteindelijk bij een relatief onopvallend luik. Onder dat luik is een netjes gemetselde schoorsteen, een meter of drie diep, met een laddertje. Tot zover viel dat speleo-gedoe eigenlijk best wel mee.

Maar toen begon het. Er waren nog andere speleologen in de grot. En die zaten vast in de uitgang. Het kostte onze gids misschien wel een half uur om ze los te krijgen. Nou, dat beloofde wat…

Toen de andere speleo's bevrijd waren gingen wij één voor één de schoorsteen in. Daarna was het een klein stukje min of meer horizontaal kruipen. En daar hield het op. Althans, zo leek het. Je moest je benen in een soort van schuine spleet steken, dan moest je min of meer horizontaal op je buik naar achteren schuiven, dan voorzichtig omlaag zakken, et cetera. Hoewel Akshay snel uit zicht verdween had ik onbewust besloten dat het onmogelijk was. Ik ging nog maar even terug naar de schoorsteen en naar boven, om een laatste hapje buitenlucht te nemen.

Bij de tweede poging bleek dat 't eigenlijk reuze meeviel. Onder de krappe spleet kwamen we in een ruime kamer waar we een stukje schuin naar beneden moesten klauteren. Dan zat er weer zo'n nauwe opening: een gat, met dit keer een heleboel niets eronder. Daar moesten we doorheen abseilen. Ach, 't viel allemaal reuze mee. Fractie passeren, nog een stuk abseilen, enz.

Uitzicht in de grot, zonder lamp
Intermezzo. In zo'n grot is het nogal donker, zie de impressie hiernaast. Lampjes zijn dus echt noodzakelijk. Een eenvoudig en goedkoop hoofdlampje van de Lidl voldoet al, maar ik daar neem ik natuurlijk geen genoegen mee. 't Is immers ook een kans om weer een gadget te kopen. Ik had dus een nieuwe Petzl Myo XP, “Power and long-lasting light”, met een Super Bright Led die in z'n Boost-mode 150 lumens heeft, en dan wel 97 meter ver komt. Maar ik werd ruimschoots afgetroefd door Paul, onze gids. Hij had een monster bij zich. Met zes van die Super Bright Leds heeft 'ie 350 lumens, waar 'ie wel 120 meter ver mee komt.

De laatste fractie
Drie of vier fracties verder, en zo'n 50 meter dieper, kwamen we in een grote kamer terecht. Daar verzamelden we. We waren al best wel lang bezig, want we moesten bij elke fractie wachten tot het touw vrij was. En we waren toch wel met veel mensen.

't Was een mooi moment voor een late lunchpauze. Daarbij ontdekten sommigen van ons dat breekbare koekjes niet bepaald handig speleo-voedsel is. Als je je steeds door nauwe openingen moet wurmen, dan verkruimelen die helemaal.

Na de pauze schakelden we van verticaal over op horizontaal. We gingen een stuk kruipen door gangen, afgewisseld met kleinere of iets minder kleine kamers. En we moesten door openingen kruipen, die eigenlijk niet zo mogen heten omdat het meer dicht dan open was. Wonder boven wonder kwam iedereen er toch doorheen. Aan het einde draaiden we om en gingen we terug naar de lunchroom. En vanuit daar langs het touw omhoog, met de stijgklemmen. Tenslotte door de laatste krappe schuine spleet. Ik besloot voor de lol om de nóg krappere variant te nemen. En zowaar, het lukte, en ik vond het nog leuk ook. Jammer genoeg stootte ik daarna, in het laatste stukje horizontaal kruipen, mijn knie keihard tegen de rots. Het werd me bijna nóg zwarter voor de ogen.

Eindelijk waren we weer in de frisse buitenlucht. Al met al waren we een hele tijd binnen geweest. Toen de laatste buiten was, was het al donker.

Het laatste probleem was de auto uit de modderpoel naar de weg zien te krijgen. Met hulp van een paar aanduwers lukte dat ook nog. Dan naar een restaurantje, en daarna gauw naar huis. Ik lag rond half twee eindelijk in bed. Moe maar voldaan. Ik had 't weer overleefd.

maandag 2 maart 2009

Weer ondergronds - I

Vorig jaar ben ik een weekendje ondergronds gegaan. En daar heb ik middels dit blog verslag van gedaan: zie deel 1, deel 2 en deel 3. Dit jaar zijn we weer ondergronds gegaan. En daar doe ik nu verslag van.

De bier-rekening
We vertrokken, net zoals vorig jaar, al op vrijdagavond naar België. En we logeerden, net zoals vorig jaar, in het kasteeltje van Jean Marie, bij Floreffe. Er waren, net zoals vorig jaar, prima Belgische biertjes in de koeling (dat wil zeggen, buiten bij de voordeur). En we moesten, net zoals vorig jaar, de doppen van de flesjes bewaren; toen we zondag vertrokken werd op basis daarvan de bier-rekening opgemaakt.

Floor had een gezelschapsspel meegenomen: ‘het kaartspel met de bel’. Iedereen gooit om de beurt een kaart op, met citroenen, bananen of andere vruchten. Als er in totaal precies vier dezelfde vruchten liggen dan moet je gauw een klap op de bel geven. Floor had veel te veel geoefend met de kinderen op z'n werk; hij was nauwelijks te verslaan.

Voor de speleologie hadden we dit jaar de keuze uit twee opties: net zoals vorig jaar twee grotten bezoeken, of zaterdag in de buitenlucht speleo-technieken oefenen en die zondag in een grot toepassen. Ik stemde voor de tweede optie, en gelukkig deed bijna iedereen dat.

Zo kwam het dat we zaterdag rond elf uur 's ochtends naar een voormalige steengroeve gingen. Die is helemaal ingericht om speleo-technieken te oefenen. We gingen in vol speleo-ornaat; ik had mijn regenpak aan, en mijn rubberen tuinlaarzen, mijn helm, en zelfs mijn hoofdlampje.

Traverse
We begonnen met een soort van klettersteig-traverse die eindigde met een abseil. Dat abseilen moest zonder prusik, want onder de grond worden de touwen zo modderig dat een prusik toch niks doet. 't Was gesneden koek voor de meesten, maar sommigen hadden er wel wat moeite mee - niet alle deelnemers waren ervaren klimmers.

Daarna liepen we om naar het hoogste punt van de groeve. Daar werd er een touw uitgehangen, tientallen meters recht naar beneden. We moesten abseilen. En we moesten een paar ‘fracties’ passeren. Een fractie is een plek waar het touw aan een oog in de muur vastzit. Dan moet je eerst je ‘life line’ vastmaken, en dan het achtje omhangen van het touw boven de fractie naar het touw onder de fractie.

Klaar om op te stijgen
Na het abseilen moesten we terug omhoog. Niet lopend ofzo, maar langs het touw. Nou heb ik wel eens met een paar prusik-touwtjes langs een touw omhoog geprusikt, en dat valt niet mee. Gelukkig gaat het met de hulp van een paar stijgklemmen veel makkelijker. Een stijgklem is een soort ventiel, maar dan voor touw: het touw kan er maar in één richting doorheen.

Bij het stijgen moet je natuurlijk ook weer die fracties passeren. En dan moet je niet de stijgklemmen helemaal omhoog tegen de knoop aan schuiven, want dan krijg je ze nauwelijks meer los. Meerdere mensen waren daarmee aan het prutsen. Ik dacht nog, wat een sufferds - tot het mezelf ook overkwam. :-(

Eigenlijk hebben we niet veel meer gedaan. Ja, ik heb nog eens geabseild en ik ben nog eens langs het touw omhoog gegaan. En we zijn nog gaan abseilen bij een grappig overhangend rotsje. Maar dat is eigenlijk allemaal meer van hetzelfde. Toch heb ook ik nog wel het een en ander geleerd. Die speleo's doen een aantal dingen net even anders dan klimmers.

Wordt vervolgd.

zondag 1 maart 2009

Zuinig aan

Januari was een dure maand. Een paar nieuwe bedden, een Wii, een nieuwe telefoon, een nieuwe bril. Allemaal strikt noodzakelijke uitgaven, natuurlijk, maar op die manier is het geld eerder op dan de maand. Dus ik had me voorgenomen om in februari geen dure dingen te kopen.

Dat is me helaas niet gelukt.

Petzl Myo XP
Het ging mis op vrijdag 20 februari. Dat weekend ging ik weer in grotten kruipen, en dan heb je een lampje nodig. Ik heb al een tijdje mijn Tikka XP, en daar ben ik in het algemeen heel tevreden over. Maar voor het speleo-weekend van een jaar geleden had ik voor de zekerheid maar wat extra lampjes gekocht. Zoals ik toen al voorspelde is één van die lampjes een paar maanden later in Laos achtergebleven. En ik was toch niet helemaal tevreden over het bereik van de Tikka XP onder de grond (de Icon van Black Diamond kwam overigens niet veel verder). Dus ik móest nu wel weer een nieuw lampje kopen. Het werd de Petzl Myo XP. Die komt volgens de gebruiksaanwijzing twee keer zo ver als de Tikka.

Wiimote
Op zaterdag de 28e, echt op de valreep, ging het weer mis. Philip was al een tijdje aan het zeuren dat ik een tweede Wiimote moest kopen. Dan konden we tegen elkaar karten. En ik wilde al een tijdje een oplader voor de Wiimote, want anders kost het een vermogen aan batterijtjes. Toen ik bij de Makro was, kwam ik zomaar, puur toevallig, bij de games-afdeling. En daar zag ik een Wiimote-oplader liggen. Die heb ik toen maar gekocht.

Maar de oplader kan twee Wiimotes tegelijk opladen. Tja, toen moest ik dus ook maar die tweede Wiimote kopen. Ik kon kiezen voor alleen maar een Wiimote of een Wiimote plus één of ander spelletje. De doos met Wiimote en spelletje kostte maar drie euro (exclusief btw) meer dan de doos met alleen maar de Wiimote. Da's geen geld voor een Wii-spelletje, dus de keus was duidelijk.

Ik heb het thuis meteen geprobeerd: Wii Kart met z'n tweeën. Maar Philip is uit logeren, en Lien is bij een vriendinnetje (als Lien er wel was dan had ik dit soort spul natuurlijk niet mogen kopen). Dus ik moest zelf twee karts tegelijk besturen. Nou, dat lukte me niet zo goed.